De wedstrijden worden gereden op een 400-meterbaan, waarbij de schaatsers elke ronde wisselen van de binnenbaan naar de buitenbaan of omgekeerd, zodat iedereen dezelfde afstand aflegt.

Afstanden

Schaatsers kunnen zich specialiseren op een of meerdere afstanden. In totaal zijn er vijf individuele nummers die tijdens de grote kampioenschappen gereden worden. Mannen en vrouwen rijden de 500, 1000 en 1500 meter allemaal. De vrouwen rijden geen 10 kilometer, daarom hebben zij de 3000 en 5000 meter op het programma. De mannen rijden naast de langste afstand ook de 5000 meter.

  • 500 meter
  • 1000 meter
  • 1500 meter
  • 3000 / 5000 meter
  • 5000 / 10000 meter

Toernooien

Elk seizoen worden verschillende grote toernooien gehouden waar de beste schaatsers het tegen elkaar opnemen. Dit zijn nationale toernooien waar uitsluitend Nederlanders aan meedoen, maar ook internationale toernooien waar schaatsers van over heel de wereld aan de start komen. Hieronder een opsomming van de belangrijkste wedstrijden.

  • NK Afstanden (jaarlijks)
  • NK Sprint/Allround (jaarlijks)
  • EK Afstanden (even jaren)
  • EK Sprint/Allround (oneven jaren)
  • WK Afstanden (in alle niet-olympische jaren)
  • WK Sprint/Allround (even jaren)

De nationale toernooien worden verreden in de pakken van de (commerciële) teams en de internationale in het oranje. 

Bij een allroundtoernooi wordt er een klassement opgemaakt over de 500, 1500, 3000 en 5000 meter (vrouwen) of de 500, 1500, 5000 en 10000 meter (mannen). Om te kunnen bepalen wie de snelste schaatser is over al deze verschillende afstanden, worden de tijden teruggerekend naar de 500 meter. Dit betekent dat bijvoorbeeld de tijd van de 5 kilometer gedeeld wordt door tien, zodat alle vier de afstanden bij elkaar opgeteld kunnen worden. Alhoewel een 5 kilometer dus tien keer zo lang is als een 500 meter, telt hij even zwaar mee. Zo kun je met een snelle 500 meter gelijk een groot gat slaan naar de concurrentie, maar weet je vaak pas na de laatste afstand of de voorsprong voldoende was.

Bij een sprinttoernooi worden ook vier afstanden gereden, tweemaal de 500 meter en tweemaal de 1000 meter. De tijd van de 1000 meter wordt gedeeld door twee, zodat ook hier de tijden bij elkaar opgeteld kunnen worden. Vooral bij het sprinten is het belangrijk om zo min mogelijk steken te laten vallen, terwijl er toch vol risico geschaatst moet worden.

Om wedstrijdritme op te doen en kwalificaties voor de EK en WK af te dwingen, rijden de schaatsers ook de World Cups. Per seizoen zijn dit vijf à zes wedstrijden, waar naast roem en vertrouwen ook een aardig zakcentje verdiend kan worden. Eind oktober kunnen de schaatsers zich plaatsen voor de eerste helft van het wereldbekerseizoen. 

Teamonderdelen

Mass start
De mass start wordt ook wel mini-marathon genoemd. Ongeveer twintig rijders zijn gelijktijdig in de baan en de rijder die als eerste de finishlijn passeert, wint. Er zijn punten te verdienen tijdens tussensprints, maar die beïnvloeden het podium niet. In internationale wedstrijden doen per land maximaal twee rijders mee. Als er te veel deelnemers zijn, worden er eerst halve finales geschaatst.

Teamsprint
Drie rijders van één land starten achter elkaar. Elke ronde valt er één af en na drie rondes finisht de laatste schaatser. Het team met de snelste tijd wint. 

Rijders aan de start van het WK Mass Start in een volgepakt Thialf
Joy Beune viert de overwinning met coach Erik Bouwman.
Wesly Dijs kijkt achterom waar zijn teamgenoot Femke Kok blijft in de mixed gender relay

Ploegenachtervolging
Ook hier starten drie rijders van één land achter elkaar. Zij rijden in formatie een bepaalde afstand. Voor vrouwen is dit zes ronden, mannen rijden acht ronden. Wanneer de laatste schaatser de finishlijn passeert, stopt de tijd. Het snelste team wint.

Mixed gender relay
Het team wordt gevormd door een man en een vrouw. De schaatsster rijdt eerst een ronde, vervolgens de man twee. Daarna komt de vrouw weer het ijs op voor twee rondes en de man sluit af met een ronde. Dit onderdeel is geïntroduceerd in de winter van 2023/2024.

Regels, regels, regels…

Valse start
Wanneer een sporter voor het startschot de startlijn overschrijdt of beweegt, maakt deze een valse start en wordt teruggefloten door de scheidsrechter. Ook als een rijder te veel tijd neemt om de starthouding in te nemen, kan die berispt worden. Deze eerste valse start heeft verder geen gevolgen. Mocht één van de rijders bij de herstart te vroeg weg zijn, dan wordt deze rijder gediskwalificeerd, ook al was het voor hem pas de eerste valse start.

Blokjes
Om te voorkomen dat de bochten afgesneden worden, liggen er blokjes aan de binnenkanten van de bocht. Wanneer een schaatser met zijn ijzer het blokje wegtikt, wordt de rijder gediskwalificeerd. Op de rechte stukken mag je één schaats over de lijn.

Meer leren over langebaanschaatsen?

Bekijk dan onderstaande video's over de start, kledingvoorschriften, de kruising en het overschrijden van de lijn.

Poster
Start schaatsen - leer meer
Poster
Lijnoverschrijding schaatsen - leer meer
Poster
Kruising schaatsen - leer meer
Poster
Veiligheid schaatsen - leer meer