Nog eens terugdenkend aan het heerlijk afwisselende koersverloop van de 150 kilometer lange wedloop op schaatsen, met genoeg momenten voor talloze dagdromende marathonmannen waarop ze hun kansen hoger mochten inschatten dan de werkelijkheid zou toelaten, had de grijze eminentie van Royal A-ware volkomen gelijk. Het trio dat uiteindelijk onderling moest beslissen wie goud en een rood-wit-blauwe trui, zilver en brons zou krijgen, waren niet de hot shots die op dergelijke belangrijke marathonrecepties vooraan staan. Wat Daan Gelling, Chiel Smit en Ronald Haasjes wél sowieso als compliment op zak konden steken: de heren bleken ondanks het vele beulswerk dat ze ook moesten verrichten in dienst van hun formatie, ijzersterk tot op de streep.

“Je neemt van tevoren scenario’s - zoals dit vandaag – door. Niet dat ze denken dat ze alleen moeten knechten voor Jordy of Sjoerd. Nee, juist doordat je bij zulke grote mannen in het team rijdt, doen zich kansen voor. Absoluut”, oordeelde Van der Veen. Dat Gelling won? Misschien kwam dat wel door de twee klasbakken uit zijn ploeg die achter hem hadden gezeten als waakhonden…