Antoinette Rijpma – de Jong was de eerste die op de slotdag van het NK het publiek op de banken kreeg. Hoewel de druk niet heel hoog was – ze had een voorsprong van een seconde op nummer twee Marijke Groenewoud -, zette ze haar beste tijd ooit neer in Thialf: 1.52,95. Hiermee reed ze het oude baanrecord van Ireen Wüst uit de boeken (1.53,10) en breidde ze haar voorsprong uit. Rijpma – de Jong was getergd door het verlies op de 3000 meter van dinsdag. “Ik moest vol gas gaan om seconden te pakken voor de vijf kilometer. Dat baanrecord wilde ik heel graag, maar dat het lukt in een allroundkampioenschap geeft extra vertrouwen", zo verklaarde ze naderhand.

Op de afsluitende vijf kilometer had ze een comfortabele voorsprong van tien seconden. Haar rivale Marijke Groenewoud nam aan het begin van de race het initiatief, maar kon nooit echt een bedreiging vormen. “Als Irene (Schouten, red.) niet meedoet, is Marijke er. Ik wist dat ze het op de vijf zou proberen, daar wilde ik niet te veel energie aan verspillen. In die rit ging ik steeds beter schaatsen en kon ik zelfs versnellen.” Het was de vierde allroundtitel voor de rijdster van Jumbo-Visma, die minstens zoveel kon genieten van het baanrecord. “Heel speciaal. Maar als ik Miho (Takagi, red.) wil verslaan, moet het nog sneller. Nu eerst allrounden.”

Foto: BSR AGENCY

De andere vrouw die een baanrecord verbrak, was ploeggenote Jutta Leerdam. Op de duizend meter was ze driehonderdste sneller dan haar tijd van dinsdag. De Westlandse kampioene:“Niet normaal. Bij andere toernooien wil ik echt pieken, heb ik een tunnelvisie voor het toernooi. Nu had ik dat niet en dat laat zien dat mijn basisniveau goed is. Ook hartstikke mooi dat het een nationaal record op de sprintvierkamp is.”

Alleen de eerste 500 meter schreef Leerdam niet op haar naam, die winst moest ze laten aan Femke Kok (37,07 om 37,14). “De strijd met Femke vond ik leuk dinsdag. Knap dat ze onder mij door kwam. Op deze slotdag wilde ik heel graag in de 36 seconden rijden. Ik was lichtelijk teleurgesteld door de 37,1. Het lijkt me mooi om een keer het baanrecord te verbreken (37,02 van de Russische Angelina Golikova, red.). Maar ik moet nog wel iets bewaren,” voegt Leerdam er lachend aan toe. Ook voor haar was de titel niet de mooiste prestatie van de dag. “Ik was niet eens zo blij door die Nederlandse titel, maar door die baanrecords. Geweldig dat ik dat met mijn familie kon vieren. Die hele bocht zat vol met familie en vrienden. Ik voelde me erg gesteund. Zo’n grote achterban is niet vanzelfsprekend.”

Foto: BSR AGENCY

De derde winnaar van de tweedaagse was Patrick Roest. Hoewel hij alle vier afstanden won bij het allrounden – de eerste man sinds Sven Kramer in 2008 –, was tevreden, maar niet euforisch. “Deze tweede dag was heel goed. Op de 1500 schaatste ik mijn tweede tijd ooit hier en de tien kilometer gaf mij zelfvertrouwen. Halverwege wist ik dat de tijd van Beau (Snellink, die door een sterk slot 12.52,51 klokte, red.) mogelijk was. Als je er dan zo dichtbij bent, is het wel mooi om die vierde afstandszege te pakken,” klonk de nuchtere Zuid-Hollander, die het allroundtoernooi afsloot met 12.44,52.

De laatste schaatser die de krans omgehangen kreeg, was Hein Otterspeer. Voor hem was het tot het slot spannend. “Het is niet zo als bij Patrick dat ik gelapt kan worden en hem nog win. Je moet voluit. De druk stond erop tot het einde. Na de eerste dag stond ik bovenaan en dan weet je dat er op je gejaagd wordt. Je kan niets laten vallen, geen steekje. Ik heb vier constante ritten laten zien, dikgenoeg voor de winst.” Zijn ervaring bracht hem naar de vierde nationale sprinttitel.

En zo waren de leiders na dag een ook de schaatsers die het ijs mochten betreden voor de ereronde na dag twee.