Metz was een van de vier Junior B-rijders bij de mannen en per afstand konden er maximaal drie rijders opgesteld worden. Hij viel bijvoorbeeld buiten de boot voor de relay, waar zijn landgenoten met brons aan de haal gingen. Vervolgens stond de man van de lange adem ook op vrijdagavond aan de kant in de afvalkoers. “Er zijn wel wat traantjes gelaten”, geeft de zestienjarige ruiterlijk toe. “Het was best frustrerend om zo lang aan de kant te staan.”

Helemaal niet toen Metz een geslaagde vluchtpoging ondernam in de puntenkoers op het 400 meter lange wegparcours. Dat was onderdeel van het plan waarmee Metz en ploegmaten Sem Spruit en Kai-Arne Ottenhoff op pad gestuurd waren. “We hadden de race in vier blokken opgedeeld”, legt Metz uit. “In het eerste blok zouden we passief rijden, dan ging het al hard genoeg. In het tweede blok was het aan mij om weg te komen uit het peloton.”

De felgele helm van Metz verdween steeds verder uit beeld en in het peloton sloeg de vertwijfeling toe. 'Who is that guy?”, zo leken de Spanjaarden aan de zijlijn zich af te vragen. Metz was de enige die niet twijfelde.

“Na de tweede ronde vooruit zat ik aardig kapot. Achter me werd niet gereden en ik kon op karakter nog een keer de volle buit pakken.” Met zes punten had Metz zicht op de medailles en moest hij zich alleen nog naar de finish knokken. "Niet gelapt worden was mijn opdracht, anders zou alles voor niks zijn geweest."

De avond van Metz was op dat moment al geslaagd: "Verder kon ik genieten van wat er gebeurde. Het gejuich van de zijkant, de felicitaties van andere rijders. Het was een machtig gevoel om hier brons te pakken.”

Zo kreeg de moeilijke week van Metz toch een mooie afsluiting. En de onderdelen waarbij hij aan de zijlijn stond? “Dat zit nog in mijn achterhoofd, maar ik maak er verder geen punt meer van.”

Foto: Hanneke Mennens