“Het is maar de vraag of ik degene ben geweest die Kjeld toen weer een beetje op het spoor heb gezet. Dat zou je beter met hem nog even kunnen kortsluiten, want ik wil er wel een eerlijk verhaal van maken. Ik kende hem van naam, meer niet, en werd gevraagd om mee te gaan op het schaatskamp van IJssport Vereniging Leiden in de kerstvakantie. Het zal die week in 2006 hebben geklikt, vermoed ik…”

Leidenaar Peter Rieff (42) is verbaasd, wanneer hij een paar dagen voor kerst krijgt te horen dat drievoudig olympisch kampioen Kjeld Nuis zijn naam heeft genoemd als een van de schaatstrainers die hem echt vooruit hebben geholpen in zijn carrière. “Al beschouw ik dat als hele eer, ik weet niet zo goed waarom ik in Kjelds hoofd ben blijven hangen. Je hebt dikwijls mensen die jaren aan een stuk jongens of meiden onder hun hoede hebben, die als het ware dagelijks op het ijs staan met hun rijders. Heb ik nooit gedaan. Wat ik zeg: Kjeld was me bekend van de Vikingrace waaraan hij op jonge leeftijd meedeed als aanstormend talent. Toen sprak ik, ook lid van IJLV, hem weleens aan. Maar verder, intensiever contact was er pas tijdens die bewuste week van dat schaatskamp in Inzell… Ik studeerde destijds in Delft aan de TU, en was daar roeicoach…”

Feit is dat de beloftevolle schaatser Nuis zich in die tijd in een soort niemandsland bevond. Hij puberde, zocht graag de grenzen op en kon lastig zijn voor zijn omgeving. Rieff: “Ik denk dat hij worstelde met zichzelf en ik aardig op die situatie inspeelde door soms wat juiste dingen te roepen waar hij wat aan had.” Een jaar of twee eerder was hij betrokken geraakt bij een zwaar auto-ongeluk. In een interview van enkele jaren geleden op Schaatsen.nl vertelde hij: ‘We klapten met zeventig kilometer per uur op een file. Ik zat achterin en droeg geen gordel, kwam met mijn hoofd tegen het portier. Ik werd wakker na de operatie met m’n hoofd vastgeplakt aan het kussen door al het bloed. Mijn oogkas was op drie plekken gebroken. M’n jukbeen was naar binnen geslagen. Mijn vader kwam me ophalen uit het ziekenhuis. In de lift zag ik mezelf voor het eerst en begon te janken. Het zag eruit alsof het nooit meer goed zou komen’.

Foto: Peter Rieff


Het drama kostte hem zijn plek in de gewestelijke selectie. Hij werd weer clubrijder, raakte op de dool en kreeg te maken met meer problemen. ‘Mijn lengte bleef een jaar hetzelfde. Die groeicurve topte af. Ik zag jongens in de kleedkamer groot worden. Sommigen hadden al borsthaar en ik zat daar met mijn 155 centimeter. Op die leeftijd wil je gewoon haar op je zak, weet je. Mijn vader zei: ‘Je kan nu iets anders gaan doen, maar je grootste concurrent ben je zelf’. Hij heeft een schema voor me gemaakt en ik ben gaan trainen. Op het NK schaatste ik de mensen van het gewest eruit’.

De week naar Duitsland deed, met terugwerkende kracht, wonderen. Anders komt Nuis niet op de proppen met namen als Rieff en Menno Barends, een andere begeleider die meeging. “Het was een gewone groep van IJVL-leden. Er zaten mensen bij die ook hockeyden, er waren tieners die een keer per week schaatsten en een deel van de groep was er serieus mee bezig. Kjeld ook. Ik had niet meteen het idee van zo, hier rijdt een olympisch kampioen. Mijn gedachte was eerder zo jongen, als je het wat fanatieker aanpakt, kun je ver komen. Kjeld was net uit het gewest gezet, zulke schaatsers zijn doorgaans niet degenen die naderhand goud zullen winnen op de Spelen, toch?

“Hij had zeker talent, dat kon je zien aan de manier waarop hij bewoog. Nuis was zo soepel en enorm behendig, hij kon inlineskaten, maakte salto’s, hij had heel veel aanleg voor bewegen. Alleen deed-ie niet altijd zo goed mee aan de trainingen in Inzell. Ja, een sfeermaker op de kamer was-ie, en rottigheid uithalen, of koken met de andere jongens lukte ook prima. Ik vond dat uitdagende best lastig als trainer. Achttien jaar geleden…, ik was 24, werd even in een groep puberende jongens en meiden van zestien, zeventien jaar gedropt. Toen had ik op sommige momenten iets van wow! Wat is dit? Ik zou sommige dingen nu heel anders aanpakken.”

Foto: Peter Rieff


Power, wilskracht en de grootste mond van allemaal. In drie woorden typeert Rieff de intussen 34-jarige Nuis. “Kjeld springt er tegenwoordig uit omdat hij een bekende schaatser is. Tijdens dat kamp in 2006 was hij de persoon om wie het draaide, niet zozeer op sportief gebied, wel als het ging om aandacht trekken en sfeer maken. Op de ochtend van vertrek naar Duitsland was hij de eerste die naar me toekwam en zich voorstelde. ‘Hallo, ik ben Kjeld’. Heel netjes. Hij had de voortrekkersrol, had mooie kleding en spullen én hij was op het ijs regelmatig de snelste.

“Bij de Weihnachtsrennen in Inzell schaatste hij even een 39’er of zo, wat toen erg rap was. Maar hij was ook de jongen die zomaar wegbleef van een training. Hoe moesten we daar als begeleiders nou mee omgaan? Ik weet nog dat we aan het begin van de week zeiden: ‘Dit is geen vakantie, maar een trainingskamp. We zullen het gezellig hebben. Het wordt leuk. Maar we zijn hier om beter te leren schaatsen, om betere sporters te worden’. Terwijl ik niet eens een gediplomeerd trainer was. Nu nog niet, trouwens.

Foto: Peter Rieff


“Ik vond het mooi om te doen en omdat ik zelf lang heb geschaatst had ik er wel gevoel voor. Wat we in Inzell deden, was van alles een beetje. Tips geven, bijsturen, persoonlijke vorming, dat soort zaken. Want het echt harde trainen in die jaren deed Kjeld met de hulp van zijn vader, om zich weer terug in de selectie te vechten. En met succes. Ik kan moeilijk beweren dat dat mijn werk is geweest in die ene week van de kerstvakantie. Daarom is het zo bijzonder dat ik volgens hem een van de trainers ben die indruk heeft gemaakt.”