Hij had genoten van het degelijke teamwerk dat het vrouwenkwartet aan de dag had gelegd in de aflossingsfinale die brons opleverde, achter de Canadesen en de ploeg van de VS. “De meiden hebben gedemonstreerd hoe je als team samenwerkt, mede dankzij verschillende aanpassingen die ze hebben doorgevoerd. Bovendien is het prettig te zien dat Xandra en Selma beseffen dat ze er staan. Er bestaat gedurende de voorbereiding op het seizoen altijd onzekerheid. Kan ik het nog?  Dat vraagt iedereen zich af. Het hele veld is vooruitgegaan. Tegenwoordig rijden bijna alle vrouwen onder de 42 seconden op de 500 meter. Zo was het een jaar geleden niet.”

Foto: KNSB - Shapevisions

De mannen van Oranje beleefden allesbehalve een sterke competitie op het Noord-Amerikaanse ijs waar ook in 2022 de wereldbeker werd betwist. Kerstholt zag geen uitschieters, al noemde hij Teun Boer een lichtpuntje. “Teun beschikt over kwaliteiten, maar ik wil zien op het moment dat het moet dat de ballen uit de broek gaan. En dat er een stap wordt bijgezet. Dat ze zullen killen op het ijs”, oordeelde hij stevig. “Misschien zijn de mannen onder de indruk van de terugkeer van veel goede buitenlanders die om wat voor reden een jaar hebben overgeslagen. Dat kan niet op dit niveau. Natuurlijk wordt de concurrentie ook jaarlijks beter. De Canadezen knallen in het rond, Korea is bijzonder sterk en China met de gebroeders Liu doet goed mee. Het is de dood of de gladiolen, elke dag dat je in de World Cup racet. Anders lig je eruit in deze competitie. Laat zien dat je ervoor wilt gaan.”

Kerstholt refereerde aan debutante Diede van Oorschot. Klein, maar fijn én fel. “Zij vocht voor elke plek. Dat moet standaard in al je lichaamscellen zitten: minder voorzichtig zijn en rijden voor de dood of de gladiolen. Het kan me geen reet schelen wanneer je dan een half rondje verder moet lossen, als je maar keihard probeert en er volle bak voor blijft strijden. Zo moeten de mannen het volgend weekend aanpakken.”