Het ISU Center of Excellence in Heerenveen heeft voor veel rijders wat te bieden: “Schaatsers uit Portugal, Spanje, inlineskaters van over de hele wereld, maar er zijn ook aanvragen uit Egypte, India, Nieuw-Zeeland, noem maar op”, vertelt Geert Kuiper. “Het is aan ons om hen een plekje te geven.”

Enkele jaren geleden heeft de KNSB, net als tien andere ijsbanen, het predicaat Center of Excellence gekregen van de ISU om de schaatssport een impuls te geven. “Dit initiatief is ontstaan voor mensen die de stap naar boven willen maken, maar met een klein groepje zijn, zonder de juiste begeleiding. Het zijn vooral subtoppers of toppers in de dop. Wij willen ze graag verder helpen en hebben de verplichting ten opzichte van de rest van de wereld om het schaatsen verder te helpen”, aldus Kuiper.

Door het delen van kennis en het aanbieden van hoogwaardige faciliteiten met goede trainers krijgen rijders in kleine schaatslanden de kans zich te ontwikkelen. De KNSB leidt het programma om de schaatssport te helpen en de kennis te delen met landen in ontwikkeling. Aan Kuiper de taak om dat te coördineren. “Wat ga je precies doen met deze mensen?”, vroeg de oud-bondscoach zich af. “Het mooist zou zijn als ze een jaar meedraaien in een van de Friese teams."

Momenteel is de Fin Tudor Prisada via het Center of Excellence aangesloten bij het Gewest, onder leiding van Ian Steen. In zijn thuisland is er geen ijsbaan, dus moest hij verhuizen, wil hij de beste sprinter van Finland worden, net als zijn voorbeeld Pekka Koskela. "Komende jaren willen we veel meer rijders die zo’n pad volgen. Dat kan van alle leeftijden zijn. Ik ben nu aan het kijken welke buitenlanders dit interessant zouden vinden.”

Daarnaast kunnen schaatsers zich aansluiten bij één van de trainingskampen. “De KNSB heeft enkele internationale wedstrijden in september op de kalender gezet, zodat de buitenlandse atleten de ISU-limieten kunnen rijden die nodig zijn voor deelname aan de World Cups. In Nederland heeft iedereen die limieten al gereden voordat de wereldbekers beginnen, maar dat geldt niet voor alle landen. Daar hebben wij een trainingskamp aan gekoppeld, zodat ze zich optimaal kunnen voorbereiden.”

Voor de inlineskaters die met ijzers ondergebonden de Olympische Spelen willen behalen, wordt een speciaal kamp ingericht, na de skatemarathon van Berlijn. “Een ‘Road to Ice’, waarbij ze kennis kunnen maken met de langebaan. Zij kunnen dan deelnemen aan de Nederlandse mass start-competitie eind september. Bovendien leggen we de regels uit, helpen we ze bij de juiste uitrusting en geven we ze tactische tips mee. Later in het seizoen zouden ze ook kunnen meedoen aan een marathonwedstrijd.”

Kortom, het Center of Excellence heeft meer beschikbaar dan alleen ijstrainingen. “Wij werken samen met Topsport NOORD. Belangrijk voor dit programma, want dat heeft de faciliteiten naast het ijs, zoals een trainingshal, inlinepiste en atletiekbaan. Je wilt de rijders laten proeven van het topschaatsen. Wanneer we bijvoorbeeld trainen in het uur voor de commerciële teams, is het mooi als je daarna op de tribune kunt blijven zitten om de Nederlandse toppers hun rondjes te zien rijden. We willen het volledige plaatje aanbieden. Die rijders moeten waar voor hun geld krijgen.”

“Ik vind het mooi om in landen als Spanje of India een zaadje te planten voor deze sport. Want de rijders die nu naar Heerenveen komen hebben misschien niet altijd het meeste talent, maar komen in aanraking met de sport, kijken wat rond en worden later trainer. Zij leiden dan de volgende generatie op, die internationaal doorbreekt. Ik ben wellicht te romantisch, maar het blijft heel mooi”, lacht Kuiper enthousiast.

Door de samenwerking met Gewest Fryslân kunnen de buitenlandse rijders zich optrekken aan de juniorenselecties of de Nederlandse subtop, passend bij het niveau van de 'gasten'. “Het kan lastig zijn om te bepalen hoe snel iemand stappen maakt. Aan de hand van de tijden en de coördinatie kun je veel afleiden. Ik heb een idee van hoe we het aanpakken, maar er zullen vast verrassingen bij zitten. Dat hoop ik zelfs, want dat betekent dat we aantrekkingskracht hebben en mensen willen komen. Daar gaan we ons best voor doen.” Bovendien is het leerzaam voor de Friese schaatsers om op te trekken met rijders van een andere nationaliteit.

Geheel nieuw is het concept overigens niet. In het verleden bestond was er al een initiatief waarbij buitenlandse schaatsers in Heerenveen reden onder een Nederlandse coach. “Voor de coronapandemie hadden Simon Kuipers en Ian Steen een mooi clubje, maar dat was vooral een seniorentrainingsgroep. Dit zie ik meer als een programma voor alle leeftijden en niveaus. We moeten nog professioneler worden. Ik heb veel ideeën in mijn hoofd, maar eerst zullen we een goede fundering neerzetten, anders lopen we onszelf voorbij.”