Eerlijk is eerlijk, het seizoen is voorbijgevlogen. “Is altijd zo”, merkt de ervaren Iris van der Stelt op. “Als het NK eenmaal geweest is, knipper je een keer met je ogen en sta je bij de finale in Leeuwarden.” Voor Van der Stelt wordt het haar laatste kunstje. Twee jaar geleden leek ze al afscheid te nemen. Destijds was ze helemaal klaar met het schaatsen, het kostte steeds meer moeite om het te combineren met haar werk en het sociale leven. En simpel zat: na negen seizoenen in de Topdivisie had ze het wel gezien. “Het voelde alsof ik alles half moest doen. Ik kon me geen honderd procent inzetten voor het schaatsen maar ook niet voor het werk of het sociale leven.” 

Na een seizoen aan de zijlijn begon het vlammetje toch weer te branden. Van der Stelt keerde individueel terug in het peloton. Zonder de verantwoordelijkheid van een team vond ze een manier om de belangrijke zaken des levens te combineren met het marathonschaatsen. “De vrijheid om dingen zelf in te delen beviel me wel, ik had alleen verantwoordelijkheid naar mezelf. Als het doen van een schaatstraining een keer niet lukte omdat er iets op mijn werk uitliep, vond ik dat jammer maar was het geen ramp. Dan kon ik gaan hardlopen. Met een team zou ik dat heel vervelend vinden.” 

Gedurende haar loopbaan groeide ze uit tot een gevaarlijke rijdster in het peloton, met een heel aantal overwinningen achter haar naam. De overwinning in de Alternatieve Elfstedentocht van 2019 werd het onbetwiste hoogtepunt uit het eerste hoofdstuk van haar loopbaan. Dit seizoen was het vrijuit koersen voor Van der Stelt, zonder de druk van een ploeg of teamgenoten. “Zonder verwachtingen, het maakte gewoon niet uit. Dat rijdt toch wel heel lekker”, zegt de vrouw die zondag met een beetje mazzel nog de top-tien van het klassement binnensluipt. En toch heeft ze besloten er na de sluitingsprijs in Leeuwarden mee te stoppen. “Ik wilde begin dit seizoen gewoon lekker rijden, maar het moment dat ik moest nadenken over wat ik wilde kwam toch vrij snel. Ik wist ook wel dat het op de Weissensee zou beginnen, maar toen waren er best wel wat ploegen die interesse toonden. Toen begon ik zelf ook na te denken: Wat wil ik? 

In teamverband rijden blijft het mooist, concludeerde Van der Stelt. “Maar dan wil je op bepaalde momenten goed zijn, bijvoorbeeld op de Weissensee. En toen ging ik bij mezelf na hoe ik het dit jaar gedaan had. Eigenlijk was het perfect, ik had de vrijheid en de ruimte om het op mijn eigen manier te doen. Had mezelf geen druk opgelegd om te moeten presteren, maar ik ben te fanatiek om op dezelfde manier door te gaan. Dan wil ik toch weer beter en kwam daardoor tot de conclusie dat ik op andere gebieden weer keuzes moest gaan maken. Er meer voor laten, dingen op werk inleveren. Dat wil ik niet meer, wat de keuze wel makkelijker maakte. Het is goed zo.” 

Foto: Neeke Smit

Van der Stelt pikte dit seizoen het niveau van de Topdivisie snel op, geen wonder dat de ploegen in de rij stonden voor de diensten van de hardrijdster. De gedroomde overwinning kwam niet, maar de tweede plek in Haarlem gaf dezelfde voldoening. “Die springt er voor mij uit, dat was zo’n dag dat het eigenlijk geen moeite kostte en die heb je niet zo vaak. Daar kijk ik met een goed gevoel op terug en over het algemeen heb ik echt genoten. Tof dat ik het nog een keertje zo kon meemaken.” En verder voldeed ze aan de doelstelling die ze zich voor het seizoen stelde: "Het plezier heb ik teruggevonden met een goede balans tussen werk, privé en het schaatsen. Dat is goed gelukt."

Op de Weissensee viel het een beetje tegen, in Zweden was het de eerste van drie wedstrijddagen raak: Van der Stelt zat mee in de winnende kopgroep. “Ik wilde zo graag meezitten, als eenling soms best lastig als de teams op volle sterkte zijn. Die dag had ik echt in m’n hoofd dat ik erbij moest zitten. Ik reed met drie supersterke vrouwen, onder wie mijn goede vriendin Merel Bosma, in de rondte met de gedachte dat het al een heel mooie dag was.”  Een mooie dag, maar een val op enkele kilometers voor het einde maakte een eind aan de droom. “Ik weet nog steeds niet wat er gebeurde, heel jammer dat ik de kans op een podium misliep. Maar het idee dat ik goed genoeg was om erbij te zitten, gaf mij beste gevoel.”

Foto: Neeke Smit

De dagen daarna vlotte het niet meer voor Van der Stelt, die niet alles durfde te geven. “Ik merkte dat ik met de angst reed om weer te vallen. Als je gaat nadenken is het niet goed, dat weet ik. Maar ik kon dat knopje niet meer omzetten.”  En dus rest het laatste kunstje in Leeuwarden, zondag. Van der Stelt reist met vijf hechtingen af naar de Elfstedenhal, maar rijdt haar laatste koers zonder het ongewenste souvenir uit Zweden: “Ineke Dedden haalt de hechtingen er voor de wedstrijd uit haha!”