De winst op de 1500 meter leidde voor Patrick Roest tot een luxeprobleem. Zowel die afstand als de 10.000 meter wordt tijdens het WK op één dag gereden. Hoewel deze combinatie hetzelfde is als tijdens een allroundtoernooi, wil Roest voorkomen dat hij op beide onderdelen in de middenmoot eindigt. Juist met de kennis uit het verleden. Een 1500 meter kan zorgen voor spanning op de benen, wat hij juist niet wil wanneer hij nog 25 rondjes moet afwerken. Zeker als je bedenkt dat de meeste concurrenten van Roest, zoals Jorrit Bergsma en Ted-Jan Bloemen, de dubbel niet schaatsen. Omdat de langeafstandsspecialist de meeste kans maakt op de tien kilometer, overweegt hij om zich terug te trekken op de 1500. 

Mocht Roest dat besluit nemen, zou zijn ticket waarschijnlijk naar de nummer vier van het Daikin NK Afstanden, ploeggenoot Wesly Dijs, gaan. De 27-jarige schaatser won dit seizoen voor het eerst een wereldbeker en als hij een goede dag heeft, maakt hij kans op eremetaal in Heerenveen. “Ik ga me eerst focussen op twee World Cups in Polen, dan gaan we zien wat Patrick doet. Er kan ook iets met Kjeld of Thomas gebeuren, ik zorg ervoor dat ik klaar ben om te rijden”, waarmee Dijs doelt op de nummer twee (Kjeld Nuis) en nummer drie (Thomas Krol) van het NK. “Binnen onze ploeg zal open kaart worden gespeeld. Ik maak me geen zorgen dat de beslissing uit het niets komt.”

Van de trainingen met olympisch kampioenen Kjeld Nuis en Ireen Wüst (vorig jaar) leert de ervaren kracht van Reggeborgh. “Ik mag met Kjeld trainen, veel beter is er niet op dat gebied. Hij kan heel goed schaatsen, maar ik kan hem prikkelen op de fiets of met skeeleren. Daarnaast zie je waarom hij wint, net zoals met Ireen. Zij laten niets aan het toeval over. Ze zorgen dat alles in orde is: rusten wanneer je kan, goed eten, een extra paar veters in je tas en altijd nieuwe veren meenemen. Bij anderen zie je dat ze daar wat lakser in zijn. Dat kan het verschil maken. Kjeld kan echt die racemodus vinden en daar ben ik af en toe nog zoekend naar.”

Foto: Soenar Chamid

Want de kampioen van de trainingen, zoals Dijs zichzelf weleens noemde, wil ook de kampioen van de wedstrijden worden. Als voorbeeld geeft hij het Olympisch Kwalificatietoernooi van vorig seizoen. “In een van de laatste ritten startte ik op de 1500 meter tegen Kjeld. Vlak daarvoor was ik in Salt Lake City sneller dan hij geweest, dus ik dacht dat kwalificatie voor de Spelen misschien wel haalbaar was. Na het startschot ging er een knop om en lukte het niet meer. Voor mij was die race echt een struikelblok. Waarschijnlijk was ik te veel met het resultaat bezig. Nog nooit had ik de spanning op die manier beleefd, als potentiële kanshebber. Daar moet je mee  leren omgaan.”

En om dat te kunnen doen, spreekt Dijs met een sportpsycholoog. “Er zijn vijf cirkels waar je in kunt zitten, waarbij de binnenste een volledige focus op je taak omvat. Als je geen idee hebt wat je doet, zit je in de buitenste. Voor mijn gevoel zat ik daar nog buiten. Nu leer ik trucjes om met mijn taken bezig te zijn. Alleen is het moeilijk om te oefenen, dat kan eigenlijk alleen met een wedstrijd in een vol Thialf. Het World Cup Kwalificatietoernooi was het eerste toernooi dat weer zwaar beladen was. Na een zomer trainen moest het daar gebeuren. Dat was best spannend, maar gelukkig ging het goed.”

Een opsteker in dat mentale proces is de wereldbekerwinst begin december. In Salt Lake City bleef hij wereldtoppers als de Chinees Zhongyan Ning en Kjeld Nuis voor en ontving hij zijn eerste gouden medaille in de World Cup. “Die winst heeft mij vertrouwen gegeven dat ik goed kan rijden.” De schaatser zal het niet gelijk hoog van de daken schreeuwen, geholpen door zijn coach, Gerard van Velde. “Hij probeert het bij mijzelf te houden: ‘Je hebt een keer gewonnen, dan moet je niet naast je schoenen gaan lopen. Doe wat je altijd doet, dat ging goed. Krijg niet ineens hoge verwachtingen.’” En zo benadert Dijs ook het WK. Klaar staan mocht het nodig zijn, maar nog geen zekerheden.

Foto: ISU