Praten over het (warme) weer is een Nederlandse hobby en dat is deze week in Valence d’Agen niet anders. In de brandende zon is het afzien voor toeschouwers aan de zijlijn, maar ook voor de honderden atleten. Zij blijven zo lang mogelijk ver uit de buurt van de baan. In de ochtend gaat het nog wel, maar de langere afstanden worden later in de middag op het warmste moment van de dag verreden. Aan de piste is amper schaduw te vinden, of het moet al komen van een zelf meegebrachte paraplu of parasol.

Een blik in de paddock leert dat sommige landen behoorlijk inventief zijn als het gaat om het koelen van hun rijders. De Denen rijden tot kort voor de start van de races rond met speciale koelvesten zoals wielrenners die in de Tour de France ook gebruiken. Anderen hebben handdoeken met ijs, panty's met ijsblokjes in de nek en sommige landen hebben zelfs opblaasbare zwembadjes meegenomen waar rijders na afloop van hun rit in kunnen zitten. Niet voor niks roept de Franse speaker de aanwezigen dagelijks meermaals op om goed te smeren en voldoende te drinken. Het geeft wel aan hoe extreem de omstandigheden zijn in Valence d’Agen.

“Het is niet in mijn voordeel, maar ik voel me nog wel fit”, zegt Rick Schipper. “Het is vooral een kwestie van zon vermijden. In het hotel hebben we goede airco, ik heb nog een koelvest besteld. Insmeren met factor 50 en niet te lang buiten de tent als we bij de baan zijn.” Het is tussen de wedstrijden door gezellig druk in de Nederlandse tent. Andere atleten lijken minder last te hebben van de hitte, ziet de sprintende West-Fries: “Je ziet een verschil met de Italianen. Ik zweet me te pletter tijdens mijn warm-up, zij hebben daar veel minder last van. In de voorbereiding op een race scheelt dat wel.”

Lianne van Loon voegt toe dat ze vorig jaar tijdens het EK in L’Aquila aan het begin van het toernooi last had van de hitte. Sindsdien gebruikt ze ORS, een mengsel van zouten en druivensuiker dat helpt tegen uitdroging, en kan ze de warmte veel beter hebben. Zo heeft elke sporter zijn eigen ritueel als het gaat om de warmte. Schipper: “In al mijn drinken zitten tabletten met mineralen, dat moet je gewoon doen. Normaal water drink ik amper en qua eten neem ik wat meer tussendoortjes om zout binnen te krijgen.”

Een speciaal hitte-protocol bestaat niet, maar dat is geen probleem. “We hebben goede mogelijkheden om de rijders na de race weer te helpen met afkoelen”, zegt Sharon Hendriks, die als teamarts de Nederlandse atleten bijstaat en - waar nodig - verzorgt. Zij is vooral bezig om de atleten van advies te voorzien als het gaat om voeding. “Omdat ze veel drinken, nodigt het niet uit om te eten. Tussendoor attenderen we de atleten wel steeds dat ze ook moeten zorgen dat ze genoeg eten binnenkrijgen.”

Foto: Neeke Smit

Het scheelt vooral dat de Nederlandse zomer ook al relatief warm is geweest, stelt Hendriks. “Je ziet het soms bij de eerste marathons op skeelers. Dan rijden ze ineens op een zaterdag dat het 30 graden is. Dan speelt de warmte een veel grotere rol. Nu hebben rijders in Nederland kunnen wennen en hebben ze hier ook een paar dagen kunnen acclimatiseren. Dat helpt toch wel om het beter te verteren.”

Echt grote problemen levert de hitte voorlopig niet op. “Er is wel een paar rijders dat aangeeft de omstandigheden slecht te trekken, maar voorlopig zien we dat niet terug in de wedstrijden”, aldus Hendriks. “Ook bij de lange afstanden zijn het inspanningen van twintig minuten, dan loopt de kerntemperatuur niet zo erg op. Dat kan naarmate het toernooi vordert wel veranderen. Vooral op de marathon van zondag zal het een thema zijn.”

Voor Noord-Hollander Schipper is het zaak om goed op te passen. “Het gaat nu goed, maar dat moet de hele week zo blijven. Wat ik vandaag doe, moet morgen niet resulteren in kramp.”

Terwijl de atleten zich in de tenten schuilhouden, volgen de toeschouwers aan de baan het advies van de speaker nog maar eens op: Smeren én goed drinken.