Dave Versteeg doet het wel. De coach van het Wadro KNSB Talent Team Noord die ook al enige tijd de 16-jarige alleskunner op schaatsen Angel Daleman begeleidt naar de wereldtop, zag namelijk al langer de potentie van de lange Groninger. Hard rijden deed De Boo vooral op de kleine baan van shorttrack, waarin hij het in 2022 als eerste Nederlandse junior ooit tot wereldkampioen schopte. Ondanks zijn niet te missen aanleg voor de spectaculaire sport liet hij vorig seizoen toch doorschemeren meer te neigen naar een carrière tussen de langebaanschaatsers, in feite de tak van sport waarmee hij vroeger zijn sportleven afstapte. Van de man die hem kneedde in beide disciplines mocht het: atleten moeten vooral op jongere leeftijd de wereld ontdekken en ook wat het best past. In overleg met Jenning klopte Versteeg daarop aan bij de stal van Team Reggeborgh, volgens hem de beste omgeving om werk te maken van de koerswijziging die De Boo in gedachten had. Er was een probleem: hoofdcoach Gerard van Velde had geen idee wie Jenning de Boo was.

“Gelukkig loopt Kilian Stoker – die onze krachttrainer is – ook rond bij Reggeborgh in dezelfde functie. Hij kent de fysieke mogelijkheden van Jenning, en aan de hand van zijn data kregen Van Velde en de staf een idee van de mogelijkheden van die letterlijk 'Grote Onbekende'. De statistieken overtuigden hem voldoende.”

Foto: Soenar Chamid

En de wedstrijden van de eerste drie maanden van dit seizoen deden de rest. Nee, meer dan dat. De tiener van Reggeborgh raasde door de verschillende opleidingsniveaus van de groene brigade, om zich net voor Oud & Nieuw 2023-2024 bovenaan te nestelen in de hiërarchie van de snelle mannen. Hij greep donderdagavond goud op het kortste nummer van de langebaan in een duizelingwekkend snelle tijd (34,44), wat bijna vanzelfsprekend een nieuwe persoonlijke toptijd betekende, stelde het Nederlands record over twee keer een 500 meter scherper (68.93 punten) en plaatste zich als logisch gevolg voor alle vooraanstaande toernooien. Niet gek voor een laatbloeier van negentien, toch?

“Het moet allemaal nog een beetje indalen. Ik dacht bij het begin van deze winter dat de 1000 meter mijn beste onderdeel zou worden. Nu moet ik nog maar zien hoe die zaterdag zal gaan. Dit is al een supermooie start”, zo reageerde De Boo vrolijk na de huldiging. In het kort vatte hij zijn in oktober begonnen reis samen. “Ik stond op 35,8 seconden en zit nu al op 34,4. Dat is aardig. En op de 1000 heb ik er al 2,5 seconden eraf gehaald. De progressie is er. Met dank aan mijn coaches en mijn team. Ik kan achter de toppers aan, ik word getraind door toppers, er hangt een ontspannen sfeer.”

In die entourage gedijt ‘meneer’ De Boo. “Ik ben net vijf weken onderweg geweest, levend uit een koffer. Het slotweekend in Polen brak me een beetje op, wat zichtbaar was op de 1000 meter (hij tikte een pion op het ijs om en kreeg DSQ achter zijn naam, red.). Vervolgens heb ik me goed kunnen herstellen.” Hetgeen een week geleden tot uitdrukking kwam in een bijna sensationele trainingsrace op de 500 meter in een leeg Thialf (34,55). Die score hield niet lang stand. “Het kan nog veel harder, zeg ik altijd tegen Gerard”, ging De Boo verder. “Dat moet ook wel. Mijn eerste honderd meter loopt al veel gesmeerder, in de bochten zijn er nog steeds dingen waar Gerard me op wijst. Mijn arm kan anders bij het ingaan van de bochten.”

De uitslagen en alle overige info staan hier.