Veertiende, dertiende en veertiende in de tijdritten. Zevende op de 1500 meter, een penalty op de 1000 en uitgeschakeld in de kwartfinales van de 500 meter. De balans na vier wedstrijddagen, alle meetellend om straks in de aanmerking te komen voor de eerste wereldbeker in Montréal, is ronduit beroerd. De reden is bekend. Zijn prioriteiten lagen in het voortraject dikwijls bij andere zaken (tv-programma, huis bouwen) dan bij de broodnodige training. Dat hij er risico’s mee nam, besefte de ervaren rot.

Sjinkie Knegt (34) zal zich daarom nu het snot voor ogen moeten knokken op de DOS, wil hij op eigen kracht een startkaart voor Canada veiligstellen. “Daar ben ik liever wel bij, anders wordt het lastig in een later stadium alsnog in te stromen. Als ik tien procent verbeter, is het genoeg”, meent de Schicht van Bantega. Hij zegt er niet bij waarvoor; wel dat er eigenlijk slechts een wedstrijd is dit seizoen die hem echt interesseert: het WK in Ahoy, half maart 2024. “Daar wil ik bij zijn. Dus is het zaak er keihard voor te trainen en er te staan op de momenten dat het moet.”

Foto: Hanneke Mennens

Zin in extra selectieraces heeft-ie sowieso niet. “Dan moet je je bewijzen voor de Selectiecommissie. Och, we zien het wel. Ik maak me niet al te druk, want ik heb vorig weekend gemerkt dat ik bij vlagen heel goed reed. Zo verbaasde ik me erover dat ik het tempo in de halve finale van de 1500 meter zoveel makkelijker kon volgen en langer wist vol te houden. Toen zat ik nog met de time trials van de dagen ervoor in mijn hoofd, die van geen kant liepen.” De finale van het langste nummer was te veel gevraagd. “Ik deed wel wat ik moest doen in de B-finale. Winnen.”

Als hij daarin zaterdag of zondag ook slaagt, maar dan in een eindstrijd om de podiumplaatsen, klimt Knegt aanzienlijk op de puntenladder zoals die staat beschreven in het selectiedocument. En in geval van een onvoldoende score zal er altijd de hoop zijn dat de driekoppige keuzecommissie die uiteindelijk bepaalt wie er wordt afgevaardigd naar Montréal, hem aanwijst. Het is in dat opzicht een meevaller dat de relatie met bondscoach Niels Kerstholt stukken beter is dan vorig seizoen. Hoewel de Utrechter geregeld vraagtekens zet bij de keuzes die Knegt maakt, schrijft hij hem nog niet af. “In de rol die Sjinkie momenteel vervult, met aandacht voor de jongere rijders in de ploeg, is hij absoluut van waarde. Buiten dat: bij hem weet je het nooit hoe hij uit de hoek kan komen. De concurrentie onder de mannen is enorm, het zit zo dicht bij elkaar. Een keer tweede worden en je nestelt je ertussen. Dat kan hè.”

Knegt ziet er wel kans toe. “’n Beetje meer ontspanning vinden in de eerste rondjes, dan lukt het me vast. Want gezien de omstandigheden en mijn allesbehalve perfecte voorbereiding op het seizoen rijd ik niet eens zo slecht…”

Meer informatie over de Dutch Open Shorttrack staat hier.