De DESG wil met de aanstelling van Van der Wulp een volgende stap zetten om het Duitse schaatsen naar een hoger plan te brengen. De afgelopen drie Winterspelen werden geen medailles gehaald nadat het land de vorige decennia succesvol was met schaatsers als Anni Friesinger en Claudia Pechstein. De laatste jaren zit het schaatsen bij de oosterburen weer in de lift, met kleine stapjes is de aansluiting met de Europese top weer gemaakt.

Toch is dat in de ogen van DESG-president Matthias Große niet genoeg om in Milaan mee te dingen om de medailles. De aanstelling van Van der Wulp is de volgende stap om het Duitse schaatsen er weer bovenop te helpen. Hij is al sinds 2021 actief bij de DESG, maar had tot voor kort de junioren onder zijn hoede. “Bij de jeugd gaat het veel om het coördineren”, legt Van der Wulp uit. “Dat is leuk werk, maar dan ben je niet dagelijks bezig met sporters. Dat is het leukste en mag ik nu weer doen.”

De senioren van de Duitse selectie trainen op verschillende locaties in het land. “Als ze bij ons in de selectie kwamen hadden schaatsers de keuze om in Berlijn of Erfurt te trainen”, aldus Van der Wulp. De keuze voor twee locaties was destijds uit praktische overweging. “Omdat mensen veel zouden moeten reizen of omdat heel veel sporters moesten verhuizen als we centraal zouden gaan trainen. Mensen uit Inzell konden daar ook gewoon trainen en hoefden zich dan alleen voor de trainingskampen te melden.”

Dat principe laat de DESG nu los. De verbondenheid tussen de twee groepen ontbrak, bij internationale wedstrijden leefden de twee ploegen langs elkaar heen. Bovendien was er een onwenselijke situatie ontstaan in de trainingen waar de beste schaatsers afzonderlijk van elkaar trainden. “De trainingskampen gaan de beide groepen helemaal samendoen”, stelt Van der Wulp. Hij werkt op dat vlak heel nauw samen met Alexis Contin, de coach van de groep in Berlijn. “Onder de meeste schaatsers heerste het gevoel dat er niet één Duits team was. Dat vindt iedereen belangrijk. Bij wedstrijden reden ze los van elkaar op het ijs, op zomerijs hadden ze een eigen planning. Niet zo gek omdat je met twee trainers ook verschillende ideeën krijgt.”

Deze volgende stap moet ervoor zorgen dat Duitse schaatsers weer aansluiting krijgen bij de Europese- en wereldtop. Duitse sprinters als Hendrik Dombek en Moritz Klein lieten afgelopen seizoen regelmatig mooie dingen zien. Ook jeugdige atleten als Gabriel Groß en Josi Schlörb kwamen voor het eerst internationaal aan de bak. Tijdens de Youth Olympic Games in Gangwong pakte Angel Daleman voor Nederland alle medailles bij de vrouwen, bij de mannen schreef Finn Sonnekalb alle afstanden op zijn naam. Dat biedt perspectief. “Qua resultaten was het dit seizoen niet slecht, de weg omhoog is al ingezet”, zegt Van der Wulp, die naast zijn werk voor de Duitse bond ook de coördinatie van de topsporturen in Thialf onder zijn hoede heeft. “Dat is bij de junioren ook zo trouwens, daar wordt het langzaam beter. Nu is het de uitdaging om de junioren door te laten stromen naar de senioren.” Volgens Van der Wulp gaat het daar vaak mis, onverklaarbaar. “Als we wisten hoe dat kwam, hadden we het al opgelost.”

Contin en Van der Wulp hebben met hun assistent-trainers straks eerst nog een maand op twee locaties voordat het eerste gezamenlijke trainingskamp in juni plaatsvindt. “We zullen veel moeten overleggen, maar we willen dit heel graag”, zegt Van der Wulp. De centralisatie van alle groepen, zowel senioren als junioren, was voor de Nederlandse coach een belangrijk speerpunt. “Dat heb ik meteen bij mijn aantreden bij de bond aangegeven. Het collectief op de beide locaties is niet groot genoeg om heel goed te worden. Versnippering maakt het moeilijker.”

Bij de junioren was dat een ondoenlijke klus door de verschillende schoolsystemen die in Duitsland gehanteerd worden. “Bij de senioren is het in het verleden geprobeerd, maar lukte het niet. Nu is twee jaar geleden opnieuw geprobeerd om het naar elkaar te brengen, daarin zetten we nu de volgende stap. Alle selectierijders die uitzicht hebben op internationale wedstrijden trainen samen tijdens die kampen.”