‘QUA EMOTIE WAS HET DE MOOISTE’
"Op 18 februari 1987 was het Veronica IJsgala in Heerenveen. De vijftien beste schaatsers van het Wereldkampioenschap Sprint mochten hieraan deelnemen, aangevuld met een handvol Nederlanders. Het was een doordeweekse wedstrijd: op een woensdag. Het weekend ervoor werd voor het eerst overdekt een WK Allround verreden in Thialf. Ik zat in het publiek en weet nog dat ik tegen mijn sprintcollega’s zei: Jeetje jongens, wat zou het toch prachtig zijn als wij als sprinters ook ooit een keer in zo'n vol stadion konden schaatsen…

Dat moment kwam sneller dan verwacht. Als Nederlands kampioen op de 1000 meter ontving ik op de maandag een uitnodiging voor het IJsgala. Eenmaal daar zat het stadion bommetje vol; het was een beetje een carnavaleske wedstrijd. Vlak voor mijn 500 meterrace betrad ik het ijs in een kolkend Thialf, dat moment was fenomenaal. De organisatie had veel te veel kaarten verkocht, waardoor er 16.000 man in het stadion zaten.

Ik moest tegen de Amerikaan Nick Thometz en onder de 10 seconden openen op een 500 meter was me niet eerder gelukt. Mijn beste tijd was tot dan toe 38,1 seconden. Het was de snelste 500 meter ooit gereden door een Nederlander op eigen bodem. Het startschot klonk. Ik opende in 9,98 seconden en de Amerikaan in 9,99. Het stadion stond voor meer dan de helft vol met Friezen. Ik werd gezien als hun lokale jongen. Zij gingen helemaal uit hun plaat. Het was oorverdovend, zoveel lawaai. Ik schaatste een goede binnenbocht, waardoor ik fantastisch met Thometz meeging. Het was uniek, zoveel mensen die me vooruit schreeuwden. Ik zat in een roes en toch kreeg ik veel mee van het publiek. Gelukkig kon ik gefocust blijven.

Eenmaal over de finish zag ik mijn tijd: 37,67. Ik was ruim vijftienden van een seconde sneller dan ik ooit had gereden en verkeerde meteen in een enorme vreugdestemming. Henk Gemser stond als toenmalig bondscoach langs de kant op het ijs en die heb ik zo’n allemachtig harde high five gegeven. Als hij eraan terugdenkt, voelt hij vast nog de pijn in zijn hand.

De stadionspeaker riep om dat ik een nieuw Nederlands record voor junioren had gereden op de 500 meter. Iedereen ging uit zijn dak. Vervolgens schaatste ik nog twee tot drie ronden met mijn armen in de lucht. Ik heb naar alle mensen in het publiek gezwaaid en bleef juichen. Het leek alsof ik wereldkampioen was geworden. Op een gegeven moment klonk door de speakers: ‘Bauke, wil je gaan zitten? Er is te veel lawaai in het stadion.’ Het volgende paar kon daardoor niet starten. Ik was helemaal door het dolle heen en de mensen op de tribune met mij.

Nick Thometz won uiteindelijk in een tijd van 37,15 seconden. De Japanner Akira Kuroiwa, de wereldkampioen sprint, werd tweede (37,16) en ik was derde. Toppers als Dan Jansen en Igor Zjelezovski hadden we er allemaal afgereden. Als ik nu terugkijk, krijg ik weer kippenvel. Eigenlijk was het Veronica IJsgala een wedstrijd van niets; er waren geen titels te verdienen, maar qua emotie was het de mooiste.”