De door haar bijna vergeten anekdote, na een half uur van prachtige en soms bijna niet te geloven verhalen, kan niet anders dan de opening zijn van dit stukje sportgeschiedenis. We schrijven 1997, het weekend van 17-19 januari. Of beter, net ervoor. Ellen Wiegers, ze moet dan nog zeventien worden, arriveert total loss op Schiphol. De vlucht vanuit Michigan, waar ze heeft meegedaan aan het WK Shorttrack voor junioren, is vermoeiend geweest, en de wedstrijden in Amerika hebben veel van haar gevergd. Maar de tiener uit Hengelo moet door. Sterker nog, er wordt verwacht dat ze van de aankomsthal direct door spurt naar de vertrekhal, want er staat letterlijk een vliegtuig op haar te wachten, met bestemming Malmø. Talent Wiegers behoort namelijk óók tot de seniorenselectie van bondstrainer Wilf O’Reilly die in Zweden aan de eerste Europese titelstrijd in deze sport meedoet.

Er is heel even contact met het thuisfront. Vader Ben, als toeschouwer bij het WK geweest, heeft kennelijk zo genoten dat hij en zijn vrouw Hilda een belofte doen aan hun dochter. ‘Ellen, als je in Malmø een finale haalt, stappen wij in de auto en komen we die kant op’.
Wiegers moet lachen. “Ik had al goud voordat ze iets hoorden. Ik belde naar huis, zei tegen m’n moeder: je raadt het nooit. ‘Wat?’, vroeg ze, ‘heb je een finale bereikt’ Nou, was m’n reactie, ik ben eerste geworden. Mijn ouders pakten hun spullen, zijn in de wagen gesprongen en in het holst van de nacht weggereden. Dat werd een reis! Auto nog stuk gegaan onderweg, op de ferry naar Zweden in een storm terechtgekomen, maar ’s morgens vroeg hoorde ik getoeter voor het hotel en daar stonden ze. Vijf minuten waren ze binnen om me gedag te zeggen. Toen ze weer buiten kwamen, zat er een bekeuring onder de ruitenwissers omdat er was geparkeerd op een plek waar dat niet mocht. Die prent is nooit betaald….”

Foto: Soenar Chamid

Het was toepasselijk voor het grote shorttracktalent, dat ze al goud veroverde op de openingsdag van het toernooi. In Wiegers zagen de coaches en trainers het wel zitten. Wat goed was, kwam vliegensvlug. Amper dertien mocht ze mee naar de Scandinavian Cup; de jongste van het hele stel kwalificeerde zich als enige voor de drie kilometer. “Dat was de voorbode dat ik al vroeg redelijk kon meerijden op niveau. Toen ik veertien was, reed ik m’n eerste WK bij de senioren. Of mijn leven om shorttrack draaide in die periode? Hmm…, eigenlijk wel, ja. Ik bedoel: als je jong en enthousiast bent, en je hebt je ouders mee die je overal naartoe rijden, drie keer in de week naar Den Haag als het nodig was, en naar alle buitenlandse wedstrijden, dan word je vanzelf enthousiast.

Meestal dook Ellen na school onmiddellijk de auto in, met de studieboeken op schoot, om naar Den Haag te rijden voor een training van anderhalf of twee uur. "Dat is tegenwoordig heel anders. Nu wonen ze bij de ijsbaan. Heb ik trouwens ook nog gedaan, toen ik na een jaar of acht onderbreking (wegens een hernia en de naweeën ervan, red.) kort terugkeerde in shorttrack. Ik begon als negenjarige in het langebaanschaatsen, daar kwam later shorttrack bij en die twee heb ik gecombineerd tot mijn vijftiende. Het tactische spelletje van shorttrack trok me uiteindelijk zo aan dat ik de langebaan gedag zei.”

Geen verkeerd besluit. Vrijwel direct draaide ze mee met de beste shorttrackers van Nederland. In ’97 dus al present op het EK, in het gezelschap van Penelope Di Lella, Esmeralda Bos en Anke Jannie Landman. ‘Coach Willy O’Reilly voorspelde EK-succes Ellen Wiegers’ kopte de Twente krant Tubantia. En: ‘Ik kon er alleen maar om lachen’. Aldus Wiegers in een reactie op de bewering van de huidige disciplinemanager Shorttrack bij de KNSB, die had aangegeven dat ze in het eindklassement tot de top-3 zou behoren.

Foto: Eigen illustratie

Hoe ze het klaarspeelde, valt amper na te vertellen. Waren dit de geheime krachten in de topsport?
“Ik herinner me nog hoe ik na aankomst in Malmø met m’n jetlag rondjes schaatste in de trainingshal, waar ik merkte dat het ijs enorm zacht was. Ik weet niet wat er van dit EK nu nog terecht moet komen, schoot er door mijn hoofd. Ik mag toch hopen dat de wedstrijdbaan harder ijs heeft, zei ik tegen Wilf. Bij het warmrijden de volgende dag leek het alsof ik plotseling vleugels had. ‘Ellen’, sprak Wilf toen, ‘dit wordt de dag dat jij een prijs in de pocket kan steken’. Dat gebeurde ook.”

Winst op de 1500 meter, tweede op de 3000 meter, derde op de 1000 meter en vierde in het klassement van de 500 meter. Ondanks deze sterke reeks bleek er in de eindafrekening een vrouw beter: Marinella Canclini. Niet de eerste de beste: ze zou de twee seizoenen erna ook regeren. “Ze maakte alleen een misser op de 1500 meter, waardoor ze de finale niet haalde. De andere nummers won ze allemaal. Mijn tweede stek in het algemeen klassement en de bijbehorende zilveren medaille waren ongekend, onverwacht.” De gemeente Hengelo vond het bijzonder genoeg om Wiegers te eren. Ze werd uitgenodigd in het stadhuis en ontving de stadspenning en een gouden armbandje. “Dat beschouwde ik als een mooie blijk van waardering voor wat ik had gedaan in de sport.”