Als zijn ploeggenoten Patrick Roest en Marcel Bosker in het Poolse Tomaszow Mazowiecki strijden om de medailles op de 5000 meter, zit voor Lex Dijkstra de wedstrijddag er al op. In de B-groep heeft hij voor het eerst kennis mogen maken met het wereldbekercircus. Onder zware omstandigheden kwam hij tot 6.31,90, goed voor de vierde plek. Achter de Noren Kristian Ulekleiv, Sverre Lunde Pedersen en de Italiaan Andrea Giovannini een prima prestatie.  

Over het gebrek aan sfeer en snel ijs in Polen hoor je Dijkstra niet klagen. “Het liefst schaats je voor het thuispubliek in Thialf, maar dit is prima. Voor mij draaide het erom dat ik mijn eerste World Cup mocht rijden. De locatie is dan ondergeschikt.”

Dat de schaatser van Reggeborgh op 27-jarige leeftijd zijn eerste opwachting in de World Cup mocht maken, kan bijzonder genoemd worden. In juli 2020 maakte hij namelijk bekend dat hij stopte met schaatsen. Hoewel hij twee maanden daarvoor zijn contract bij Team IKO verlengd had, borg hij zijn ijzers op. Voor hem had de sport niet meer de hoogste prioriteit, dus wilde hij zich focussen op zijn studie Facility Management.

Nog geen jaar later volgde het bericht dat Dijkstra zich aan had gesloten bij Worldstream om zijn carrière nieuw leven in te blazen, na een belletje van Koen Verweij. “Ik kwam erachter dat schaatsen toch dermate belangrijk voor mij is. Mentaal heeft dat seizoen mij veel ruimte gegeven. Vanaf mijn zestiende was ik serieus met mijn sport bezig. Ik leefde ervoor en uiteindelijk doe je het omdat je niet meer beter weet. Je vindt het hartstikke leuk, laat ik dat voorop stellen, maar je kiest er niet elk jaar bewust voor om door te gaan. Nu heb ik er echt voor gekozen om het weer op te pakken. Daardoor is mijn beleving veranderd. Ik weet waarom ik het doe, het geeft mij energie,” aldus Dijkstra.

Foto: BSR AGENCY

Hij vervolgt: “We zitten in de bevoorrechte positie dat we van onze passie ons werk kunnen maken. Dat is niet iedereen gegund. Genoeg mensen hebben een baan van negen tot vijf en werken omdat ze er salaris voor krijgen. Zij missen de liefde voor hun vak. Wij mogen doen waar we goed in zijn en dat zag ik pas toen ik gestopt was.”

Met frisse energie begon Dijkstra aan zijn avontuur bij het inmiddels opgedoekte Worldstream, maar hij had de eerste maanden van de zomer gemist. “Ik was een zak aardappelen, omdat ik echt afstand had genomen van de sport.  Het voorseizoen reed ik wel verschillende persoonlijke records, na december zakte het als een kaartenhuis in elkaar. Mijn basis was te smal.”

“Dit seizoen is het eerste na mijn comeback dat ik volledig gedraaid heb.” Op het Daikin NK Afstanden zette hij zijn beste prestatie neer op de 5.000 meter: zesde. Omdat Jorrit Bergsma een trainingsblok verkoos boven de trip naar Polen, mocht Dijkstra debuteren.

Wat hem betreft blijft het niet bij dit ene internationale uitje. “Fysiek schort het er bij mij niet aan. Ik heb een grote motor erin zitten, het is nu een kwestie van hoe efficiënt ik mijn kracht op het ijs krijg. Zoveel mogelijk rondjes met zo min mogelijk energie. Patrick kan dat als één van de besten. Zijn blik staat op geen krampje pijn. Hij blijft zo efficiënt schaatsen en bouwt hem vervolgens af. Het summum wat je kan behalen.”

“Ik train nu met de grote mannen, Patrick en Marcel. Ook al zijn het leeftijdsgenoten, zij hebben meer jaren ervaring op dit niveau. We kunnen kwalitatief hoogwaardige trainingen draaien. Vorig seizoen was ik heel dankbaar dat ik op de gok erbij gehaald werd door Worldstream, maar daar moest ik mijn duurtrainingen zelf doen. Nu schaats ik in de beste formatie die je op dit moment kan hebben met de allrounders. En de intervaltrainingen kan ik mooi met Kjeld Nuis, Hein Otterspeer, Wesly Dijs en Louis Hollaar doen,” vertelt de vice-Nederlands kampioen Allround van 2018. Zien we hem komende seizoenen terug op het nationale podium?