Wat een zegen, met de grootste ijskampioenen in Nederland die er weinig problemen mee hebben zo nu en dan ook naast de ijsvloer te schitteren door hun eerlijk- en openheid. Suzanne Schulting maakt al langer van haar hart geen moordkuil, schaatsdiva Jutta Leerdam deelt (sporadisch) langzamerhand wat meer persoonlijke details en bij Irene Schouten lag tot voor deze winter meestal het hart op de tong. En, aan de vooravond van het WK Afstanden, opnieuw.

Het verhaal van de blonde rijdster (30) van Team Albert Heijn Zaanlander, die zich vergiste in de gevolgen van een uitpuilende agenda met verplichtingen en daardoor over haar toeren raakte, druppelde letterlijk voor een groot deel al begin februari naar buiten tijdens het Daikin NK Afstanden. Ze huilde er tranen bij van opluchting, beseffend dat ze een toneelstuk van schone schijn na maanden kon beëindigen.

Foto: Soenar Chamid

Het hoge woord kwam eruit, vrijwel meteen ging het beter met haar en de sport. Ze nam zich voor de resterende weken tot aan het WK rustig te blijven, afwachtend wat de combinatie van alleen eten, trainen en slapen zou brengen. “Ik verwachtte dat het de volgende dag al goed zou zijn. Dat gebeurde niet, maar ik moest de kalmte bewaren. Vervelen deed ik me niet. Ik keek een serietje of vermaakte me met sudoku. Dat deed ik tijdens de Winterspelen ook, dacht ik, en toen liep het aardig”, vertelt de koningin van Beijing in de week waarvan vier dagen zijn gereserveerd voor de medaillestrijd in Heerenveen.

Hoe goed ze zal zijn op de vier nummers waarvoor ze staat aangemeld – drie en vijf kilometer, mass start en ploegenachtervolging – is lastig in te schatten. Ze heeft er zin in. Schaatsen is weer een synoniem voor plezier. “Ik ben een stuk beter dan eerder dit seizoen. Het is geen super-supervorm, maar tegelijkertijd zie ik het als een uitdaging te strijden tegen iemand die wél in supervorm is (Schouten doelt op Ragne Wiklund, red.). Ik heb namelijk ook wedstrijden gewonnen waarin ik geen super-supervorm had. Kortom”, klinkt het opgewekt, “alles is nog mogelijk. Wiklund heeft pas gewonnen als er is gestreden, hè.”

Foto: Soenar Chamid

Ze voelt zich er niet onzeker door. Aan de situatie valt weinig te veranderen, belangrijker is wat ze met de les doet die ze heeft geleerd. Vaker nee zeggen, minder plannen. “Jillert (Anema, de coach, red.) zei tegen me bij de start van het seizoen: ‘Irene, dit wordt een heel moeilijk jaar voor je. Doe echt rustig aan. Neem anders de eerste drie maanden wat rust’. De sponsor gaf dat ook aan: ik mocht best later beginnen. Maar ja, ik dacht, ik kan alles aan. Daar heb ik naderhand veel bij stilgestaan, zo van: hoe had ik dit kunnen voorkomen? Ik besprak het ook met Jillert en Arjan Samplonius, mijn andere coach. Misschien had ik tegen wat meer dingen nee moeten zeggen. Maar ja. Dat weet je niet. De hele zomer had ik volgepland en de hele zomer ging dat goed.”