In het Amsterdamse Vondelpark werden alle inlineskatespecialisten in 2022 verslagen door een langebaanschaatser: Stefan Westenbroek. “Hij heeft dat fantastisch gedaan,” geeft Jelmar Hempenius de credits aan zijn concurrent, “maar dit jaar wil ik graag winnen. Hij heeft mijn ego gekrenkt door als langebaner de titel weg te snoepen. Voor mij is het een drijfveer om als inlineskater pur sang die wedstrijd te winnen. Stefan zal er immers ook van balen wanneer ik hem eraf rijd op de Zilveren Bal.”

De zelfbewuste Hempenius weet dat de ogen op hem gericht zullen zijn. “Het beperkte aantal 100 meters van dit jaar heb ik gewonnen, in overtuigende tijden. Als je naar de favorieten kijkt, zijn dat de regerend Nederlands kampioen en ik. Ik wil het niet weer door mijn vingers laten glippen. Mijn voorbereiding was goed, ik heb snelle tijden gereden en heb het vertrouwen dat ik meerdere keren een sterke 100 meter neer kan zetten.”

Foto: Neeke Smit

De 100 meter, van start tot finish
Het startschot – “Mijn reactietijd is belangrijk. Als ik daar een tiende verlies, kan met duur komen te staan. Dus ik probeer door middel van reactiespellen met mijn trainer en mijn vader daaraan te werken. Iedere training en iedere wedstrijd ben ik met mijn reactie bezig. Je wilt geen valse start maken, want dan moet je de tweede keer op safe gaan.”

De eerste stappen – “Mijn starthouding heb ik aangepast ten opzichte van vorig jaar. Ik zak minder diep in, om minder tijd te verliezen met het opendraaien van mijn lichaam. Zo kan ik makkelijker in beweging komen. Mijn eerste stappen zijn nu feller.”

Doorversnellen – “De overgang van de eerste rennende passen naar de rake klappen bij de finish is vloeiender geworden. Mijn trainster Bianca (Roosenboom, red.) maakte mij erop attent dat ik te veel mijn versnellingen aan het doorlopen was. Ik heb er hard aan gewerkt om dat dynamischer te laten verlopen. Van een handgeschakelde auto naar een automaat.”

Spagaatfinish – “Naast lenigheid is timing belangrijk bij de spagaatfinish. Te vroeg of te laat een spagaat inzetten kan je veel tijd kosten. Bij mijn skeelervereniging IDS oefenden we al onze behendigheid, waar ik nu nog steeds van profiteer. Mijn explosiviteit is verbeterd, dus de overgang van de laatste paar krachtige slagen naar in één keer in de houding springen. Dan moet je je balans zien te houden en stabiel rechtdoor rijden, terwijl je zo diep mogelijk zit. Vlak voor de finish strek je alles zo ver uit als je kan.”

Foto: Neeke Smit

Naast die gouden plak is er nog een ander doel voor Hempenius. Want als hij zondag in Rotterdam de finish passeert, zal zijn blik naar de klok gaan. Met 10,06 is hij dit seizoen al dicht in de buurt geweest van de magische grens van tien seconden. “Ten opzichte van vorig jaar ben ik twee tienden verbeterd en met mijn huidige vorm geloof ik dat ik onder de tien seconden kan duiken. Slechts een selectief groepje is dat gelukt.”

Dan komt het Nederlands record van Michel Mulder wel heel dicht in de buurt. “9,907. Het lijkt me realistisch om daaraan te denken. Met 10,06 zat ik al in de buurt. Als de omstandigheden gunstig zijn in Rotterdam en er ligt goed asfalt, dan is het een tijd om in mijn achterhoofd te houden. Ik zou het een grote eer vinden om het record van Michel over te kunnen nemen. Hij is olympisch en wereldkampioen. Met zijn broer Ronald is hij echt een voorbeeld voor mij geweest in mijn jeugd. Ooit hoop ik ook zo’n rol te hebben voor de jonge rijders.”

Foto: Neeke Smit