“Ik leef nog”, klonk het na twee gereden afstanden in de geïmproviseerde mixed zone uit de mond van de derde uit het klassement. De 500 meter bracht niet wat De Boo ervan had gehoopt. Hij beschreef de rit als slordig. De tijd (34,65) was achteraf helemaal niet zo slecht, het was goed voor de tweede plek achter Laurent Dubreuil. "Het moet beter", weet De Boo. Juist op die afstand moet hij zijn slag slaan ten opzichte van Zhongyan Ning en - in mindere mate - Dubreuil. 

Op de 1000 meter pakte De Boo een klein beetje tijd terug op de klassementsleider, maar verloor een plekje aan de Chinees van Team Gold. Ning won de afstandsmedaille. “Ik zat best kapot die laatste ronde, het was pittig”, vertelde de Groninger over de 1000 meter. Na zijn wervelende start dit seizoen, loopt het sinds de succesvolle EK Afstanden iets minder voor De Boo. Ziekte tijdens de laatste World Cups, kwakkelen tijden shet WK Afstanden. De 1000 meter van donderdag was nog zo’n moment waar duidelijk werd dat het seizoen al vrij lang duurt voor de schaatsrevelatie van dit jaar. “Wat deze race mij zegt? Dat het seizoen bijna afgelopen is, tegelijkertijd heb ik mijn stinkende best gedaan en alles eruit geperst. Morgen op de 500 meter moet ik het verschil maken.” 

De Boo hoorde van zijn coaches dat ‘ik er goed voor sta’ in het klassement. De wereldtitel pakken is een grote opgave, maar niet onmogelijk. “Ik sta er dicht bij, laat het rekenwerk aan de coaches. Ik wil gewoon lekker schaatsen, dan zien we wel wat eruit komt. In eerste instantie die afstand winnen, dat moet ook zorgen voor een goede plek in het klassement. Misschien geeft het idee van de wereldtitel een boost, daar kom ik morgen achter.” De voormalig shorttracker reed in zijn oude discipline veel vaker meerdere races op dezelfde dag, maar kwam er donderdag in Inzell achter dat het op de langebaan toch iets anders is. “Dit is pittig, shorttrackraces zijn anders. Dan rijd je soms wel zeven races op een dag, maar die bouw je heel anders op. Dat is een andere vorm van uitputting.”