Straathof werd in 1996 wereldkampioen op de 1500 meter, zijn specialiteit. Hij is de enige atleet die deelnam aan de Winterspelen (Lillehammer 1992, als schaatser), Zomerspelen (Sydney 2004, baanwielrenner) én Paralympische Spelen (Athene 2000, op tandem met de visueel gehandicapte Jan Mulder). Na zijn actieve sportloopbaan vervulde hij uiteenlopende functies op het snijvlak van sport en overheid (o.a. voor NOC*NSF, gemeente Leiden en de European Para Championships).

“Het is fantastisch dat Jeroen ons komt versterken”, zegt Jurre Trouw, manager Sportparticipatie van de KNSB. “Hij kent zowel de schaatssport, vanuit verschillende rollen, als de wereld van gemeenten en andere overheden. Die combinatie is van absolute meerwaarde bij het benutten van de vele kansen die het Sportakkoord biedt voor met name onze 250 schaats- en skateverenigingen. Denk alleen al aan de beschikbare subsidies voor het opleiden van trainers, coaches en ander clubkader. Clubs weten weten vaak de weg niet te vinden, Jeroen gaat ze daarbij helpen.”

Het Sportakkoord is bedoeld om Nederland meer in beweging te krijgen. De nadruk ligt de komende jaren op het versterken van sportverenigingen én sportbonden. NOC*NSF biedt sportbonden subsidies om hiervan serieus werk te maken. Op basis hiervan gaat Jeroen Straathof de komende twee jaar bij de KNSB aan de slag. Trouw: “Hij zal verenigingen helpen plannen te maken, deuren te openen bij gemeenten en informatie over het sportakkoord te delen.”

“Ik vind het superleuk om clubs verder te helpen en heb veel zin om op deze manier de schaatssport te versterken”, zegt Straathof, sinds 2010 ook voorzitter van shorttrackclub IHCL in Leiden. Hij is daar nauw betrokken bij de nieuwe ijsbaan De Vliet, die volgende week open gaat. “Het Sportakkoord 2.0 is een waardevol project, dat clubs op lokaal niveau volop mogelijkheden biedt om zichzelf te ontwikkelen. Dat doen wij hier in Leiden bijvoorbeeld met een clubkadercoach, die onze trainers helpt bij het creëren van een veilig en positief sportklimaat. Dat gebeurt echt op de ijsbaan, de plek waar volop kansen liggen om de schaatssport weer een stap verder te helpen.”