Hij heeft, ondertussen 37 jaar, ambitieuze doelen. Het is zaterdagmiddag, een week na de tweede World Cup in China. Bloemen verblijft in Girona, een vaste locatie voor veel schaatsers van de Canadese ploeg om de tijd nuttig door te brengen tussen Europese wedstrijden. Bloemen is er voor het eerst in zijn carrière. Hij geniet van het uitstekende weer in Noord-Spanje, perfect om het laatste restje jetlag te verjagen en snoeihard te trainen op de racefiets en in de sportschool. Maar die doelen? “Je moet niet bang zijn die uit te spreken, al zeg ik erbij dat het doelen zijn die ik mezelf opleg. Ik ga voor het hoogste en jaag mijn dromen achterna. Daarom wil ik zien of het in februari mogelijk is een vijf kilometer onder de zes minuten te rijden. Om wereldkampioen te worden op de tien kilometer in eigen huis. Ik doe mijn best om zo goed mogelijk te zijn. Of het lukt? We wachten het af. Ik vind het spannend, dat vooral.”

Bloemen roept nooit iets dat hij zelf niet gelooft. In tien jaar schaatsen voor zijn nieuwe vaderland Canada is er een ding dat hij héél goed heeft geleerd. Luisteren naar het lichaam. Dat vertelt of er voorzichtig een piketpaaltje kan worden geslagen in wat we als niemandsland kunnen beschouwen: een nieuw wereldrecord op 5000 meter dat sneller is dan zes minuten. Het is enigszins te vergelijken met een mondiale toptijd op de marathon onder de twee uur die niet meer ver weg is.

Foto: Remmelt Eldering

“Vorig jaar lag mijn piek in december, toen schaatste ik 12.33 op de tien kilometer in Calgary. Volgens mij kan ik beter. Die dag was ik verreweg de beste, vandaar dat ik heel erg in mezelf geloof om wereldkampioen op mijn thuisbaan te worden. Of dat gepaard zal gaan met een wereldrecord, hangt af van de omstandigheden. Daar heb ik wat geluk voor nodig, wat net zo goed geldt voor een vijf kilometer sneller dan zes minuten te rijden. Van dat doel ben ik niet zeker, want ik weet niet of ik de benodigde snelheid kan bereiken. Dat is afhankelijk van hoe de trainingen in de laatste weken voor het toernooi aanslaan. Komt de snelheid makkelijk naar me toe?” Lachend door de telefoon: “Nu is dat nog niet zo het geval, wat logisch is omdat ik daarop nauwelijks specifiek heb getraind.”

Er zit meer achter die laatste opmerking. Rekening houdend met zijn leeftijd en het feit dat hij een gezinsleven combineert met de sport heeft Bloemen de laatste jaren zijn persoonlijke programmering aangepast. Kenmerken ervan: nog meer toewerkend naar specifieke momenten in het seizoen, minder trainingen (een per dag) maar wel iets langere en intensievere sessies om zo genoeg rusttijd ernaast te creëren. “Zoals net aangehaald, verleden jaar was ik in december erg goed (wat niet de bedoeling was, red.) en daarom heb ik van alles omgegooid in de schema’s. Ik heb nu een plan waarvan we denken dat het klopt. Omdat het nog niet is getest, moet ik afwachten of het brengt wat we willen.” Dat betekent succesvol zijn op 15 februari 2024 (WK Afstanden, vijf kilometer) en drie dagen later als om de wereldtitel op de tien kilometer wordt gereden.

Foto: ©International Skating Union (ISU)

De wereldbekerresultaten van Obihiro en Beijing, twee keer vierde op de 5000 meter, zijn in het licht van de gewijzigde aanpak morele opstekers. Opgewekt: “Verrassend hoe goed die races liepen, want ik rijd momenteel nog puur vanuit mijn duurbasis. Ik was heel blij dat ik dit kon. Normaal gesproken zou ik zeggen dat het voor vierde plekken niet de moeite waard is naar de andere kant van de aarde te reizen. Dat wordt het wel, kijkend naar de fase van het seizoen en de hoeveelheid training die ik hier kan verrichten. En, niet te vergeten, de World Cup-punten die ik heb meegepakt. Voor mij is het belangrijk dat ik me in de top-8 van het klassement handhaaf, omdat ik dan een aanwijsplaats verdien voor het WK. Dat houdt weer in dat ik geen kwalificatiewedstrijden hoef te rijden in januari in Québec, plus de voorbereiding daarop. In plaats daarvan kan ik langer hard doortrainen en meer bij m’n gezin zijn.”

Het gebeurt allemaal in overleg met hoofdcoach Bart Schouten. Die laat steeds vaker de invulling van de training aan Bloemen over. “De ruimte die ik krijg, is heerlijk. Ik schrijf zelf mijn programma’s om ze daarna te bespreken met de staf. Dit zorgt voor de vrijheid mijn trainingen zo te plannen dat ik ze aan kan, en kan combineren met het familieleven. Zeker gedurende het olympisch seizoen liep ik er tegenaan dat ik niet voldoende rust kon vinden. Door tegenwoordig een keer per dag te trainen, in plaats van hier en daar uurtjes tussendoor, is er balans gekomen waar ik baat bij heb. En naast de rust kan ik tijd besteden aan de kinderen.”

Foto: Remmelt Eldering

Bloemen bekent dat zijn vrouw naar het ogenblik uitkijkt dat hij stopt. “We moeten het daar nog eens goed over hebben, want het betekent niet per se dat je, wanneer je gewoon aan het werk gaat, meer tijd zult hebben. Het zal in elk geval minder stressvol zijn. Het leven van een atleet is heel stressvol. Alles hangt af van de prestaties. Als het niet goed gaat, is dat een heel grote domper voor het hele gezin. Ik ben haar daarom erg dankbaar voor de mogelijkheden die ze me biedt. Ze verdient er een dikke pluim voor. Het doet me tegelijkertijd beseffen dat ik in een periode zoals nu – zes weken van huis – moet zorgen dat ik er alles aan doe om er het beste te maken. Ik heb nu veel meer tijd om te trainen en te rusten. Ik beschouw deze weken als een lange stage in het teken van het tweede deel van het seizoen. Daar verheug ik me vooral op. Wat erna komt, zie ik dan wel. Het is te moeilijk voor me nu te praten over de Winterspelen van Milaan.”