Ruim anderhalf jaar geleden maakte Adegeest nog onderdeel uit van het marathonpeloton, maar haar motivatie verdween. Eerder was ze al gestopt met het langebaanschaatsen, omdat ze de afwisseling miste. “De marathon is dan minder saai, maar uiteindelijk was dat ook elke week hetzelfde. De tactiek was een kopie van de wedstrijd ervoor. Nu heb ik elke keer te maken met een ander parcours en wisselende tegenstandsters, waardoor we steeds iets nieuws moeten verzinnen”, vertelt Adegeest over haar keuze. “Ik vind het leuk om elke dag buiten een andere koers te rijden.”

Toch lijkt schaatsen een uitdagendere sport, omdat je technisch nooit uitgeleerd bent. “Wielrennen is simpeler, maar het is meer dan alleen hard trappen. Door aerodynamica kun je winst pakken in met name de tijdrit. Daarnaast heb je een goede techniek nodig op sommige parcoursen, vooral in de afdalingen. Stiekem is het best technisch. Vergeleken met het schaatsen ligt inderdaad wel meer de focus op fysiek en tactiek.”

De rijdster is gewend om haar eigen weg uit te stippelen in de wielerwereld. Zo had ze in 2021 moeite om een ploeg te vinden die ze bij haar kwaliteiten vond passen en daarom plaatste ze een oproep op Twitter. “Zelfs dan kom je nergens aan de bak, terwijl slechtere rijdsters wel onderkomen vinden, bijvoorbeeld omdat ze al prof zijn. Als je uit een wielerfamilie komt, sta je al 1-0 voor. Inmiddels zie je best veel vrouwen, zoals Eva van Agt (voormalig hockeyster en nu rijdster van Jumbo-Visma, red.), die bij de betere helft van het peloton horen als ze eenmaal de kans krijgen”, aldus een kritische Adegeest.

Haar oproepje leverde een onbetaald contract op en slechts één wedstrijd op het hoogste niveau, waar ze op het podium belandde. Vorig jaar waagde ze een nieuwe poging door haar manager contact op te laten nemen met het grote FDJ-Suez. “Die ploeg was mij opgevallen door de manier van koersen. Bovendien wilde ik graag een internationaal team met goede faciliteiten.” Haar initiatief leverde haar voor dit seizoen een contract op bij de Franse formatie.

De overstap wierp gelijk zijn vruchten af, al in januari pakte Adegeest haar eerste overwinning in de World Tour. Een maand later prolongeerde ze haar wereldtitel Zwift, de esports tak van het wielrennen. Bij het Nederlands Kampioenschap was ze zowel op de tijdrit als de wegwedstrijd dicht bij het podium en in de Vuelta finishte ze een bergetappe knap als derde. Heeft ze zichzelf verrast? “Ik weet niet of het arrogant klinkt, maar eigenlijk niet. Soms verbaasde het mij wel wat mijn niveau waard was in het peloton. Dan had ik de rest overschat, in plaats van mezelf onderschat. Door het ‘Zwiften’ kan ik prima beoordelen hoe lang ik welke inspanning kan volhouden.”

Foto: Aymeric Lassak

Adegeest is zelfbewust, wist de afgelopen jaren dat haar benen in orde waren, maar mocht het niet op de grote wedstrijden laten zien. Ze verdiepte zich in zaken als aerodynamica en voeding om vooruitgang te boeken. “Ik was gedwongen om er zelf over na te denken, anders kwam ik niet op dat niveau. Veel vrouwen doen dat niet en voeren alles klakkeloos uit. Dat ik eigenwijs ben is misschien niet altijd goed, maar het brengt me veel.”

Ze vindt dat er voor het vrouwenpeloton veel te winnen is op het gebied van professionaliteit vergeleken met het schaatsen. “Qua technische innovaties en materiaalkeuze loopt het wielrennen achter. Er wordt niet altijd gekozen voor de optimale tijdritkleding en veel renners koersen op het hoogste niveau nog met een los shirt en broek, terwijl een pak veel sneller is. Bij het schaatsen zou je nooit iemand in een trager pak zien.”

Wat zou daar de oorzaak van kunnen zijn? “Bij het langebanen draait het om de snelste tijd, dat is duidelijk zichtbaar en meetbaar. In het wielrennen zijn er zoveel meer factoren die je de schuld kan geven. Naast de fysieke component heb ik aan het schaatsen veel gehad op het gebied van voeding, trainingen, mentale voorbereiding en materiaal. Dat is veel meer dan ik anders vanuit het wielrennen had meegenomen.” Adegeest durft zelfs te stellen dat haar tijd bij Jong Oranje een betere opstap was naar de wielertop dan wanneer ze altijd gefietst zou hebben.

Foto: Soenar Chamid

“Zo hadden we bijvoorbeeld een logboek die we dagelijks moesten invullen. Had je dat niet gedaan, hoefde je niet op de training te komen. Bij het wielrennen zou dat nooit gebeuren. Vroeger vond ik dat vreselijk, maar zo leerde ik wel professioneel met mijn sport om te gaan. Daarnaast werd ons de basiskennis over voeding en materiaal bijgebracht. Er werd ons überhaupt geleerd om daarover na te denken”, iets wat Adegeest niet bij al haar concurrentes ziet. “Door de invoering van het minimumloon in het vrouwenpeloton verwacht ik dat het niveau in de breedte omhoog zal gaan. Zo worden de vrouwen die er minder professioneel mee bezig zijn vanzelf uitgefilterd.”

Dinsdag, een dag na haar 27ste verjaardag, start Adegeest op de gemengde ploegentijdrit tijdens haar eerste WK. Op dat onderdeel wil ze Nederland het tweede goud bezorgen, na de wereldtitel van Mathieu van der Poel. Zondag zal ze op de afsluitende wegwedstrijd knechten voor Vollering, Annemiek van Vleuten en Lorena Wiebes. “Stiekem hoop ik op een ontsnapping, maar als je met zo’n sterk team aan de start staat, moet je geen risico’s nemen. Uiteindelijk wil ik het WK een keer als kopvrouw rijden. Stap één is deelnemen. Dat is in Nederland al moeilijk genoeg, dan maakt het helemaal niet uit in welke rol ik aan de wedstrijd begin.” En wat zijn haar doelen voor volgend jaar? “Meer winnen en mezelf als klassementsrenster ontwikkelen. In de grote rondes.”