Hanna Jakucs en Alessio Galli mochten de afgelopen twee jaar Nederland vertegenwoordigen op het EK. Het duo met Hongaarse en Italiaanse roots had voorafgaand aan het seizoen de beste papieren voor kwalificatie. Die status benadrukten ze door in Warschau (135,84 om 122,88) en het Italiaanse Mentana (149,48 om 128,59) hoger te scoren dan hun opponenten Chelsea Verhaegh en Sherim van Geffen, het andere Nederlandse paar dat kans maakte op het ticket. De derde en laatste horde was de Bosphorus Cup, afgelopen weekend in Istanbul.

Zowel de ritmische als de vrije dans van Jakucs/Galli werd in Turkije hoger gewaardeerd dan de optredens van Verhaegh/Van Geffen. De KNSB moet het duo nog officieel aanwijzen, maar plaatsing lijkt binnen. “We waren heel blij met de punten die wij ontvingen”, vertelt Jakucs over het totaal van 154,38, een officieus persoonlijk record voor het tweetal. Galli vult aan: “Het was een clean programma, maar er zaten nog dingen in die we konden verbeteren. Meer expressie, dieper door onze knieën zakken en ook schaatstechnisch valt er winst te behalen."

Zoals te horen aan het antwoord van Galli staart het paar zich niet blind op de strijd tussen de teams, maar is het vooral gefocust op de eigen performance. “Het behalen van de titeltoernooien is voor elke rijder een doel aan het begin van seizoen. We willen ons laten zien in de grotere wedstrijden. Belangrijker voor mij en ik denk ook voor Alessio is het verbeteren van onszelf”, legt Jakcus uit.

Vorige winter behaalden de twee in bijna alle toernooien betere scores dan hun directe concurrenten. Desondanks moesten ze het WK aan zich voorbij laten gaan. Door een fenomenale prestatie op de Challenge Cup verraste Verhaegh/Van Geffen zichzelf en sleepte dat koppel het ticket voor het WK binnen. Tijd voor revanche? Galli antwoordt: “Natuurlijk is het missen van dat kampioenschap een drijfveer. We baalden en verloren onze motivatie een beetje. Neemt niet weg dat je je weer omhoog kunt werken en beter kan worden.”

In de zomer werkte het paar aan de schaatstechnieken, hun expressies en de choreografieën. Elk jaar mogen de ijsdansers zich in de eerste maanden na het seizoen breken over een nieuwe combinatie van pasjes, elementen en muziek. Het liefst weer een tandje moeilijker dan de winter ervoor. Aan die dansen wordt vervolgens gesleuteld gedurende de eerste wedstrijden van het seizoen.

Met de choreografieën wordt de basis gelegd voor alle prestaties van een seizoen. “Het is altijd een uitdaging en leuk om nieuwe dingen te doen. Muziek aan en proberen daarop te dansen. Hoe matcht het met onze persoonlijkheden en onze schaatstechniek?”, vraagt Galli zichzelf dan af. Zijn danspartner vult hem aan: “Heel belangrijk, want soms past de muziek niet bij het koppel en dat ziet de jury ook. De een danst beter op snelle muziek, de ander wil liever een rustig liedje.”

Vooral de ritmische dans is een bijzondere voor Galli. De ISU bepaalde voorafgaand aan het seizoen dat het thema de jaren ’80 zou worden. “Ik groeide op met deze muziek, omdat mijn ouders daar veel naar luisterden. Ik had veel platen uit die tijd. Het is geweldig om daar op te mogen dansen.” Het duo speelde tijdens autoritten een playlist van de jaren ’80 af om een voorselectie te maken en koos uiteindelijk voor drie nummers van Queen: Another One Bites The Dust, Play the Game en Radio Gaga. “In eerste instantie waren we bang dat veel ijsdansers voor Queen zouden kiezen, dat viel gelukkig mee”, aldus Jakucs. Met de toevoeging van een snor kan Galli zich helemaal inleven in Freddie Mercury, de gelijkenissen zijn treffend.

Bij het EK zal de focus voor Jakcus en Galli liggen op de ritmische dans, aangezien ze daar de vorige edities strandden. Ze hebben een geweldige performance op de klanken van Queen nodig om de vrije dans te halen en daarmee eerdere prestaties te verbeteren.

Foto: Yoriko Suzuki