Ontspannen drinkt Verkerk haar kop chocolademelk na een ochtendtraining op het vertrouwde ijs van Heerenveen. Het is de rustige periode tussen de World Cup van Tomaszów Mazowiecki en het Daikin NK Afstanden, het volgende grote meetmoment. Er is tijd om alle indrukken van een dikke maand reizen te verwerken en uit te kijken naar een sfeervol Thialf. “Thuis zijn geeft rust”, opent ze het gesprek. Waar ze vorig jaar in de World Cups een paar keer van de reservebank mocht komen en debuteerde, was er voor Verkerk dit jaar veel aan gelegen om er vanaf het begin bij te zitten en internationaal een voet tussen de deur te krijgen. 

“Nu wist ik beter hoe het zou gaan”, zegt ze over de voorbije World Cups. “Vorig jaar reed ik Tomaszów Mazowiecki, een eenvoudige reis. De vlucht naar Azië was lang, de jetlag was nieuw. We waren langer van huis, vorig jaar was het een toetje. Toen was mijn seizoen eigenlijk al klaar, nu stond er meer op het spel en heb ik meer ervaring opgedaan. De races die ik liet zien waren prima. Het was vooral vet om mee te maken.” 

Foto: Soenar Chamid

Vorige winter kon ze ongedwongen deelnemen aan de World Cups, maar voor dit seizoen was er meer urgentie om een plek te pakken. “Op het WCKT heb ik veel meer druk ervaren dan bij de World Cups”, aldus Verkerk. “Een nare wedstrijd, dat kwalificatietoernooi, het kan je seizoen maken of verpesten. Er is geen enkele garantie.” In dat weekend kreeg ze zowel de goede als de slechte kant van de medaille te zien. Na plaatsing op de 500 meter lukte het op de 1000 meter net niet, al leverde het wel een persoonlijk record op. “Dat irriteerde mij enorm”, verklaarde Verkerk, die later in de B-groep van de wereldbekers alsnog mocht starten en in Polen won op de kilometer. 

Druk hoort bij topsport, weet de 23-jarige Verkerk. Ze heeft de kunst van het relativeren aardig in de vingers. “Ik vind het niet leuk om zoveel druk te ervaren, maar meestal rijd ik er wel goed door. Ik merk dat ik dan vaak echt scherp aan de start sta, een persoonlijk record kan rijden. Het belemmert me niet in mijn presteren. Logisch dat je in de week voor zo’n toernooi meer stress ervaart. Daardoor is het ook fijn om in de World Cups iets minder stress te hebben. Je wilt goed rijden, maar er hangt minder van af.” Met een handvol top-tien noteringen op de 500 meter keerde Verkerk terug naar huis. “Tuurlijk was niet alles goed, maar over het algemeen ben ik tevreden.”

In die internationale campagne ontdekte Verkerk iets opmerkelijks: “Mijn niveau was hoger dan ik van tevoren dacht. In Nederland zag ik nooit echt... Natuurlijk was ik redelijk goed, maar toch vaak net niet of net wel. In de wereldbeker reed ik vijf keer top-tien, toen realiseerde ik me pas dat het best cool is om in de wereldtop mee te doen. Dat verbaasde mij, maar maakt dat ik tevreden terugkijk.” 

Een fijne constatering met het volgende belangrijke titeltoernooi in aantocht: het Daikin NK Afstanden op 28, 29 en 30 december. “Dat ga ik hetzelfde beleven als het WCKT, gewoon zorgen dat ik goed ben”, zegt de studente technische geneeskunde. “Weer die druk voelen en daar zo goed mogelijk mee omgaan. Het wordt spannend, het kan weer goed vallen of net niet. Ik denk alleen maar: hoe kan ik mijn beste races rijden?” 

Foto: Soenar Chamid

Die beste race zal nodig zijn. Leerdam en Kok zijn vaste waardes in de top op de korte afstanden, daarachter is het dringen en zijn de verschillen klein. “Als ik naar mezelf kijk is het gat de afgelopen jaren wel steeds kleiner geworden. Ik merk dat ik steeds beter word en stapjes kan zetten om erbij te komen.” Daarvoor heeft de schaatsster van Team Novus met haar coaches een plan opgesteld: “Dat is niet zozeer gericht op andere mensen die ik nu nog niet versla, maar vooral: hoe kan ik fysiek beter worden? Hoe word ik mentaal sterker? Hoe kan ik technisch nog verbeteren? Daar zijn we heel druk mee.” 

Verkerk zal van zichzelf niet zeggen dat ze de twee sprintkanonnen van ons land binnenkort verslaat. "Er bestaat gewoon nog een gaatje tussen hen en mij”, stelt ze zich bescheiden op. “Dat zit een beetje in mijn natuur. Ik zal van mezelf niet roepen dat ik de beste ben of dat ga worden. Je weet het niet, ik doe gewoon mijn best en vind het hartstikke leuk. Iets van de daken schreeuwen? Dat zie je mij niet zo snel doen.”