Met twee 500 meters nog op het programma zou Femke Kok de eer voor schaatsnatie Nederland kunnen redden. Al lijkt deze kans vooral op papier te bestaan, want met een vierde plek in het tussenklassement en een achterstand van meer dan honderd punten op nummer een Erin Jackson wordt de eindzege in de World Cup een bijna onmogelijke opgave.

En dan zou geen enkele Nederlander bovenaan eindigen op een individueel onderdeel. Daarmee wordt de (wan)prestatie van het olympisch seizoen 2009/2010 herhaald, toen onder meer Shani Davis de middellange afstanden op zijn naam schreef, Håvard Bøkko het beste was op het klassement over vijf en tien kilometer en Martina Sablikova een van haar dertien World Cups opeiste. Overigens hebben de Nederlandse vrouwen individueel vaker naast de prijzen gegrepen de afgelopen jaren, ook in 2018/2019 en 2022/2023.

Voor de buitenlanders zijn de World Cups van belang om zich te kwalificeren voor de titeltoernooien én voor het zakcentje à 16.000 dollar (bijna 15.000 euro) wat bij de overwinningen komt kijken, zeker als de nationale bond weinig ondersteuning kan bieden aan de sporters. De meeste Nederlanders daarentegen gebruiken de reis rondom de wereld vooral als voorbereiding op het WK. Door onder andere verscheidene afmeldingen en ziektes binnen de ploegen staat het rood-wit-blauw alleen bovenaan in het klassement van de teamsprint vrouwen. Op de mass starts is de eerste positie nog haalbaar voor Irene Schouten en Bart Hoolwerf.

Waren er dan geen positieve oranje noten in Quebec? Zeker wel. Irene Schouten won haar eerste wereldbeker over 3.000 meter sinds november 2022. In een rit met ‘allemaal foutjes’ reed ze tijdens de generale voor het WK alle rondjes tussen 30,9 en 32,0 wat haar bracht op een eindtijd van 4.01,11. “Eindelijk weer”, sprak Schouten voor de camera. “Elke keer had ik wat de afgelopen races, daar werd ik een beetje gek van. Hoewel ik laat was aangekomen en het donderdag onwennig voelde op het ijs, voelde ik me vandaag prima. Ik zei tegen de trainers dat ik zou gaan rossen en zien wat eruit zou komen.” Door haar slotrondes dacht de schaatsster van Albert Heijn Zaanlander dat de overwinning aan haar neus voorbij zou gaan, maar na acht ritten prijkte haar naam bovenaan. Joy Beune (4.02,62) schaatste naar de tweede tijd, Valérie Maltais reed voor eigen publiek naar het brons (4.02,73). Voor de verkouden Marijke Groenewoud restte de achtste plaats met 4.04,80.

Op de 1000 meter mochten Isabel Grevelt en Femke Kok het podium beklimmen bij afwezigheid van Jutta Leerdam en Kimi Goetz, die trainen op hoogte verkozen boven het tripje naar de oostkust van Canada. Al vroeg in het programma verbeterde Isabel Grevelt het baanrecord van Ivanie Blondin door de klok te stoppen op 1.15,72. Femke Kok deed daar een schepje bovenop en finishte in 1.15,07. Desalniettemin speelden de Nederlandsen een bijrol, want Miho Takagi schaatste twee uur na haar drie kilometer in de B-groep naar 1.14,19.

Foto: Soenar Chamid

Tim Prins was Neerlands enige hoop op de 1000 meter. Jenning de Boo moest ziek afhaken en ook Kjeld Nuis ontbrak, wegens zijn val van vorige week. Jordan Stolz pakte wederom de overwinning, ditmaal in 1.07,96, ook al kende hij een groot verval na zijn eerste ronde. Na Prins’ geweldige zilveren plak van vorige week waren de verwachtingen hoog. Hij moest echter genoeg nemen met de zevende plek. Daar baalde hij van, met name omdat het betekende dat hij zijn eerste World Cup-klassement niet als derde afsloot, maar als vierde.

 Klassementsleider Patrick Roest ontbrak op de vijf kilometer en zakte daardoor naar de derde plek. Jesse Speijers, Marwin Talsma en Marcel Bosker hadden één taak: het derde WK-ticket binnenhalen. Die missie slaagde, maar met Talsma als beste Nederlander op plek negen was het geen oranjefeestje. Davide Ghiotto en Ted-Jan Bloemen gaven in hun rit een mooie show weg. Ghiotto begon sterk en liet zijn schema oplopen. Bloemen had daarentegen juist zijn wedstrijdplan gewijzigd ten opzichte van vorige week – toen hij absurd snel van start in een poging de magische 6-minutengrens te doorbreken – en zette halverwege zijn rondetijden vast op 29,2 en 29,3. Gedragen door het Canadese publiek verbeterde hij zijn eigen baanrecord met ruim twee seconden en finishte als eerste in 6.13,87. Op gepaste afstand eindigde Ghiotto als tweede (6.17,18).

Een eervolle vermelding van Graeme Fish, de Canadees koerste na jaren van worstelen met de gevolgen van corona af op een klassering bij de eerste zeven, ware het niet dat hij twee rondjes voor het einde zichzelf aantikte en viel.

Foto: ©International Skating Union (ISU)

Alle uitslagen van de eerste dag staan hier