“Ik ben trots op de rijders. Hoe ze gereden hebben en hoe stabiel ze de relays zijn doorgekomen. Dat belooft weer wat voor het WK in maart. Tegelijkertijd heb ik ook zorgen over Jens z’n blessure. We moeten een degelijk plan de campagne verzinnen voor hem en zijn terugkeer; liever iets te voorzichtig nu dan te hard willen gaan. Dat is ook een zaak die momenteel in mijn hoofd rondwaart”, sprak de Utrechter.

“Ik denk eveneens nadrukkelijk over dat wereldkampioenschap na. Misschien is dit EK waardevoller geweest dan verleden jaar, toen we zelfs meer gouden plakken binnensleepten (Schulting vooral, zij veroverde er vier en een zilveren schijf, red.). Dat komt omdat de jongens ook succesvol waren. Er is tactisch prima geschaatst. Xandra en Selma bepaalden de 500, zoals ze dat ook op het wereldtoneel hebben gedaan gedurende alle wereldbekers. Dat het op de 1000 en 1500 meter nog niet is gelukt, schaar ik onder de lesjes die ze moeten leren. Als je Hanne Desmet kunt pakken, kun je iedereen pakken. Wat verder een winst is: Teun Boer, een vent die op alle niveaus nu medaillewaardig is. Weet je, we hebben het gewoon geflikt met deze groep, in deze situatie. Dat bezorgt me een lach op mijn gezicht.”