"Raar dat deze wedstrijd nog niet op de kalender stond, want de ploegenachtervolging bestaat al redelijk lang", vertelt bondscoach Rintje Ritsma. In 2002 werd het onderdeel geïntroduceerd op het WK Junioren en sinds 2006 staat het op het programma van de Olympische Spelen. Op de Nederlandse kalender ontbrak het, waardoor rijders alleen internationaal in actie kwamen op de ploegenachtervolging.
“Met de topteams in Nederland kun je een leuke competitie vormen. Als er meer schaatsers in aanraking komen met de ploegenachtervolging en ze trainen er vaker op, wordt iedereen beter”, aldus Ritsma. Op het NK krijgen de vier commerciële teams (Reggeborgh, Jumbo-Visma, Zaanlander en IKO) een startbewijs. Ritsma mag als bondscoach één team aanwijzen en de rest van de tickets zijn te verkrijgen via een selectiewedstrijd. “Voor internationale wedstrijden bepaal ik de invulling, maar andere samenstellingen kunnen een eyeopener zijn”, vertelt de oud-schaatser. Immers, drie sterke rijders hoeven niet het beste team te vormen. In elkaars slag kunnen rijden, de juiste tactieken en op elkaar ingespeeld zijn spelen ook een rol.
Ritsma verwacht dat teams meer zullen investeren in het onderdeel. "Sommige ploegen trainen er nu een beetje op. Andere steken er weinig energie in, omdat ze niet de juiste mensen voor het onderdeel hebben. Bij Albert Heijn Zaanlander en Reggeborgh zijn veel schaatsers die de ploegenachtervolging kunnen rijden en dus zijn ze er meer mee bezig. Zij kunnen sterke teams opstellen."
Omdat het Daikin NK Ploegenachtervolging plaatsvindt aan het einde van het World Cup Kwalificatie Toernooi, waar de individuele belangen groot zijn, is het nog onzeker of er veel toppers fris aan de start zullen staan. “Het is een illusie om te denken dat zo’n onderdeel in één keer staat, maar het heeft zeker potentie om te groeien”, aldus Ritsma. Bovendien ziet hij het als mooie kans voor de sporters zich te laten zien. "Je hebt een extra moment van aandacht voor je sponsoren. Het is leuk als je als team een medaille kunt halen."