Bij het kennismakingskamp in Ede en de trainingen van de afgelopen weken viel Slotegraaf (21) – afkomstig van het Development Team van Jumbo-Visma - vooral de andere aanpak op. “Vanaf het begin voelde het allemaal heel vertrouwd. Ik ben door de hele ploeg goed ontvangen, maar zeker ook door mijn collega-allrounders. De trainingen zijn vergelijkbaar met mijn oude team, alleen de begeleiding vind ik wel degelijk verschillen. Het is echt afgestemd op het individu. Per training wordt er gekeken wat het beste is voor elke rijder.”

Voor Tim Prins (19) was de overstap groter. Hij reed vorig jaar als lid van het KNSB Talent Team Noord nog in het juniorencircuit. “Bij het KTT was ik één van de oudsten, nu ben ik de jongste. Het niveau is veel hoger, dus soms is het wel even aanpoten. Ik zit met olympisch en wereldkampioenen in een team. Zelf heb ik dat nog niet bereikt. Daarom probeer ik van ze te leren, door bijvoorbeeld vragen te stellen tijdens fietsritjes”, aldus Prins.

Hoewel de 19-jarige schaatser ook gesprekken voerde met IKO en het Development Team van Jumbo-Visma, sprong Reggeborgh er voor hem uit. “De keuze was niet heel lastig. Ik wilde sterke teamgenoten en een goede begeleiding. Dit is voor mij de beste plek.”

De trainingen zijn vergelijkbaar met die van het KTT, al is er één duidelijk verschil. “Minder kwantiteit en meer kwaliteit. Wanneer je twee trainingen hebt op één dag, voer je ze beide goed uit. Niet één heel intensief, waardoor je de tweede niet meer doorkomt”, legt Prins uit.

Slotegraaf rijdt als allrounder mee met onder anderen Patrick Roest. “Heel speciaal dat ik met de wereldkampioen op de vijf kilometer train. De meeste rijders van het team kende ik gelukkig al. En je komt elkaar tegen op de ijsbaan, dus je weet wel wie, wie is. Bovendien was ik met Stefan (Westenbroek, red.) op vakantie, dus erg leuk om met hem in de ploeg te zitten”, vertelt Slotegraaf.

Foto: Wiebe Sietze

Twee jaar draaide de rijder mee bij het Development Team van Jumbo-Visma. “Het is een leerzame tijd geweest. Ik heb veel moeite gehad met het eerste seizoen, qua prestaties behalen. Voor mij was dat het eerste jaar binnen een professioneel schaatsteam. Je komt in een heel andere omgeving terecht, met allemaal jongens die al jaren meelopen. Dat vond ik niet altijd even makkelijk, maar achteraf gezien ben ik blij met die worstelingen. Ik heb er veel van geleerd, bijvoorbeeld dat ik af en toe eigenwijs moet zijn en mezelf moet blijven.”

Komende tijd wil Slotegraaf zowel fysiek als technisch een stap zetten, om uiteindelijk de World Cups te halen. “We hebben de gehele zomer om daaraan te werken. En ik denk, nee, ik weet eigenlijk wel zeker dat ik nu de juiste begeleiding heb. In de winter wil ik laten zien dat dit een goede keuze is geweest en ik bij Reggeborgh ontzettend hard kan schaatsen.”

Tim Prins heeft specifieke punten waar hij aan wil werken. “Ik hoop wat meer inhoud te krijgen door te trainen met jongens die een goede 1500 meter rijden. Daarnaast wil ik me technisch verbeteren. Ervoor zorgen dat ik een volwassen slag krijg. En bij de start valt nog winst te behalen. Als ik overal een schepje bovenop kan doen, ben ik tot mooie dingen in staat.”

Foto: Neeke Smit

In 2021 werd de middellangeafstandsspecialist wereldkampioen op de 1500 meter. Een jaar en veel ervaring later wist hij individueel geen beslag te leggen op het goud tijdens het WK. Wel was hij met de Nederlandse mannen de beste op de ploegenachtervolging. “Als ik kijk naar de uitslagen en de tijden die ik gereden heb, had ik graag meer gewild. Het meeste was ondermaats. Aan de andere kant leer je zo meer dan wanneer alles voor de wind gaat. Bijvoorbeeld op welk moment het slim is om gas terug te nemen. Daar moet je eerst tegenaan lopen, voordat je het onder de knie krijgt.”

Zowel Slotegraaf als Prins geeft aan door schade en schande wijs te zijn geworden. Ondanks hun jonge leeftijden hebben ze al wat tegenslagen gekend. Ze krijgen nu de tijd om zich te bewijzen in één van de beste teams van Nederland. En dat laten hun ploeggenoten wel weten. “Ik merk dat ik af en toe een beetje getest wordt. Op de fiets trekken de jongens dan bij een kopbeurt even hard door. Zo zetten ze je met beide benen op de grond. Leuk dat ze me uitdagen. Houd ik wel van”, lacht Prins.