Casper de Gier: “Gewoon weer een truitje erbij! Ik had er al eentje op de weg en nu een op de piste.”
Ronald Haasjes: “'The Cassiemeister!'”

De mannen van Reggeborgh waren de grote favoriet voor de lange afstanden. Alle vier rijders konden meedoen om het eremetaal. Donderdag maakten ze hun status waar met een geheel groen podium op de puntenkoers. Een dag later lieten ze zich in de luren leggen door Luc ter Haar.
De Gier: “We hadden vrijdag wel even een lesje geleerd. Daarna hebben we de koppen bij elkaar gestoken en een plan gemaakt. Het juiste moment opzoeken om met een tweetal op avontuur te gaan. Dat lukte verdomme ook nog. Ik kon steeds die twee punten pakken, aan het einde had ik de steun van Crispijn wel nodig. Het was heel zwaar.”

Foto: Glenn Wassenbergh

Ondertussen komt Crispijn Ariëns bij het tentje. Hij ploft bezweet op zijn stoel.
Ariëns: “Ik ben kapot, helemaal af.”
De Gier: “Ja, jij zult wel kapot zijn. Allemachtig, jij bleef maar gaan. Ik ben heel dankbaar voor dit team. Hoe we elkaar helpen, hoe we met elkaar omgaan, is heel mooi.”

De Gier kan de woorden niet meer vinden en voelt de tranen opkomen. Niet alleen de titel is de reden van die emotie, ook de weg ernaartoe. Gelukkig neemt Bart Hoolwerf het woord.
Hoolwerf: “Je hebt het zelf verdiend, simpel zat. Het is niet alleen het team, maar ook Caspers individuele klasse, alleen moet je het eruit zien te krijgen.”

Foto: Neeke Smit

En daar ligt de sleutel voor De Gier. Bij Jumbo-Visma voelde hij zich niet op zijn plek. Hij miste het plezier én het skeeleren. Inmiddels voelt hij zich helemaal thuis bij zijn nieuwe ploeg. Wat heeft hij veranderd?
De Gier: “Wat heb ik niet veranderd? Op alle vlakken is het anders. De ene trainingsmethode is niet goed en de andere fout, maar dit past beter bij mij als mens. De aanpak, de inspraak, het triggeren in trainingen om je uit je comfortzone te krijgen en daar zelfvertrouwen uithalen. Alle puzzelstukjes vallen steeds beter op hun plek. Langzaam bloei ik op. Er zit nog veel aan te komen."

Bij Reggeborgh ontdekte Casper het gravelen op de fiets. Hoe vond hij dat?
Haasjes geeft het antwoord: “Super, super, super. Hij heeft vier dagen alleen maar gelachen.”
Hoolwerf: “Vier dagen? Al twee en halve maand.”
De Gier: Als je van buitenaf kijkt, denk je: gravelen, ga jij daar harder door skeeleren en schaatsen? Voor ons werkt het heel goed. Ik ben heel tevreden. Het klopt weer in het koppie, ik heb echt de goede weg gevonden.”