Tjerk (rechts op bovenstaande foto) en Hylke de Boer (links) komen uit een gezin van vijf kinderen. Tjerk is de middelste en schaatst bij Team Albert Heijn Zaanlander. Hylke is de een-na-jongste van de familie en rijdt in dienst van marathonteam Bouwselect-Bouwpartners. Beide jongens wonen met hun jongste zusje nog thuis, op de boerderij in het Friese Weidum. Het schaatsen en fanatiek sporten werd in huize De Boer met de paplepel ingegoten. Hun vader heeft altijd op de ijzers gestaan en hun oom was een goede wielrenner.

Hylke steekt meteen met een lachend gezicht van wal. “Vroeger bakte ik er eigenlijk geen biet van. Ik viel altijd en ik had helemaal geen talent voor het schaatsen. Tjerk had dat wel. Ik keek erg tegen hem op.”

Beiden hebben een lange tijd verschillende schaatsdisciplines gecombineerd, waarbij in de beginjaren de meeste focus lag op het shorttracken bij Trias in Leeuwarden. In 2017 plaatste de oudste van de twee zich voor de wereldbekers shorttrack in Calgary en Salt Lake City, maar kwam tijdens één van de eerste trainingen ten val. “Ondanks de pijn heb ik beide World Cups gereden. Ik heb in Salt Lake City zelfs nog een Nederlands record op de 1500 meter gereden. Eenmaal thuis bleek ik een dubbele hernia in mijn onderrug opgelopen te hebben.” 

Foto: Soenar Chamid

Na een voorspoedige revalidatie kreeg Tjerk na dat seizoen de ziekte van Pfeiffer. Hij lag er wederom een tijd uit. Het was een pittige periode. “Ik verloor het plezier in de sport. Ik begon ook steeds meer moeite te krijgen met de jurybeslissingen in het shorttrack. De langebaan begon te lonken.”

In 2018 kreeg Tjerk een aanbieding om bij de schaatsploeg van Anema aan te sluiten. Twee jaar later maakte hij de overstap naar Schaatsteam IKO. “Ik heb het ontzettend naar m’n zin gehad, maar na een jaar bleef het schaatsresultaat een beetje uit. Ik werd benaderd door Bouwselect-Bouwpartners, maar ik wilde weer naar Jillert. Gelukkig mocht ik terugkomen”, klinkt het lachend.

Doordat Tjerk voor team Albert Heijn Zaanlander koos, ontstond er een prachtige kans voor Hylke, die ondertussen het shorttrack ook wat had losgelaten. “Ik begon steeds meer te langebanen. Daarnaast houd ik meer van beuken tijdens trainingen, dus wilde ik me meer op de marathon focussen. Toen Tjerk benaderd werd door Bouwselect, zei hij: ‘Ik heb nog wel een leuk broertje dat op me lijkt.’ Vervolgens is het allemaal heel snel gegaan.”

Foto: Martin de Jong

Het was behoorlijk wennen om van een KNSB Talent Team met leeftijdsgenoten over te stappen naar een marathonploeg met jongens van in de dertig. Hylke: “Zij hadden al heel wat trainingsjaren in de benen en zijn gespecialiseerd in de 200 kilometer. Dat was flink aanpoten. Al snel bleek het de juiste stap; het plezier was er weer”, aldus de 19-jarige.

Ondanks een mooi contract bij Albert Heijn Zaanlander, was de gifbeker voor Tjerk nog niet leeg. Aan het begin van het afgelopen seizoen scheurde hij zijn lies tijdens een starttraining. Daarna is er een zeldzame blessure ingeslopen. In het linkerbovenbeen is een botweefselvorming over zijn spier gegroeid, waar hij nog steeds herstellende van is. De Boer wist de afgelopen Grunobokaal nog wel op zijn naam te schrijven, maar door de aanhoudende pijn moest hij de tweede helft van het seizoen verstek laten gaan. “Sinds de twee blessures ben ik heel wisselvallig gebleken. Het is enorm frustrerend. Tegelijkertijd ben ik Albert Heijn Zaanlander enorm dankbaar voor het aanhoudende vertrouwen.”

Foto: Soenar Chamid

Hylke prijst de focus en veerkrachtigheid van zijn broer. “Het is vrij zeldzaam hoe mijn broer telkens weer weet op te krabbelen. Hij leert mij veel. Als het bij mezelf tegenzit, denk ik: Tjerk gaat altijd door.  Daarnaast analyseert hij mij en geeft tips. Andersom geldt dat ook.” Tjerk: “Ik heb in 2021 de Trachitol Trophy gewonnen. Ik mag het eigenlijk niet zeggen, maar stiekem is het toch wel een beetje met hulp van Hylke geweest. We rijden natuurlijk vanuit verschillende teams. Ik ben trots dat ik dit met hem kan delen.”

In alle ups-and-downs vinden beide broers veel steun bij elkaar en doen ze bijna alles samen. Van het trainen met elkaar, mits de trainingsschema’s het toelaten, tot helpen op de boerderij. Tjerk: “Ik zie mijn broertje als mijn vriend. Het is een hartstikke leuke jongen, een ras optimist. Als hij lacht, begin je automatisch mee te lachen. Hij ziet eigenlijk nooit problemen. Wat dat betreft liggen onze karakters heel ver uit elkaar. Ik ben wat meer in mezelf gekeerd en wat sneller negatief.” Hylke vult enthousiast aan: “Lachen is het beste medicijn!”