Voor de tweede maal deze dinsdag verschijnen de buitenlandse talenten op het shorttrackijs van Thialf. Na een training in de ochtend mogen ze weer aan de bak. In een trein zwieren de jeugdige rijders sierlijk over het ijs. Langzame rondjes worden afgewisseld met snelle, de ene nog platter door de bocht dan de andere. Er wordt gelachen, er is tijd voor ontspanning. Maar als het nodig is, staan de gezichten serieus en vliegen de atleten in een razende vaart over het ijs.

Disciplinemanager Shorttrack van de KNSB, Wilf O’Reilly, bekijkt het tafereel langs de baan en vertelt. “Een volledig Nederlands podium in een internationale wedstrijd, dat is goed voor ons maar niet voor de sport”, legt hij uit. “We hebben verantwoordelijkheid richting de sport en kleinere landen om ze op weg te helpen.” Buitenlanders zijn meer dan welkom in Thialf, dat sinds vorig jaar staat genoteerd als  een ISU Center of Excellence. Wat meer gespecificeerd houdt het in dat 'in de Heerenveense accommodatie de kennis, ervaring en expertise  wordt gedeeld met de rest van de wereld, om zo de duurzaamheid van de sport te waarborgen', is te lezen in de flyer over het opleidingsprogramma dat The Road to Success is genoemd.

Deze winter staan voor shorttracktalenten uit andere landen (er is interesse vanuit onder meer Brazilië en de Filipijnen) twee trainingskampen gepland in Heerenveen. Ze krijgen training van coaches verbonden aan KNSB Talent Teams, maar ook van buitenlandse leermeesters. Oud-shorttrackster Evita Krievane heeft deze week de leiding. In Heerenveen kunnen ze in de beste omstandigheden trainen en een betere sporter worden. “Dit is meer een kamp ter voorbereiding op de World Cups, ervaring die hier gedeeld wordt is direct toepasbaar”, zegt O’Reilly. Hij doelt op de wereldbekers voor junioren die de komende twee weekends in Leeuwarden gehouden worden. 

Wat verderop gaat een van de Sloveense rijders op de bank aan de rand van de baan liggen. Even op adem komen na een flink aantal temporondjes. “Eigenlijk worden ze hier in zes dagen op alle terreinen bijgespijkerd: fysiek én mentaal, maar ook op het gebied van materiaal, voeding en tactiek krijgen ze tips.”

Foto: Neeke Smit

De Sloveense jongen heeft nog een vaatje met wat energie gevonden en perst er nog maar eens een paar snelle ronden uit. Er is tijd om starts te oefenen, coach Krievane praat met een van haar pupillen en houdt intussen een ander in het oog. "Dit", wijst O'Reilly naar de faciliteiten van Thialf, "is normaal voor ons, maar voor deze sporters is het uniek." Linards Laizans (16) uit Letland bevestigt dat. Hij is een van de pupillen van Krievane die meegekomen is naar Heerenveen. “Alles is hier zo mooi... Het is te gek.”

Thialf is een gespreid bedje voor deze jongens en meiden. In eigen land moet Linards zelf kussens voor de ijshockeyboarding plaatsen voor hij kan schaatsen, na de training moet alles weer worden opgeruimd. Hij staat doorgaans eenmaal daags op het ijs, tijdens het kamp in Heerenveen twee of soms zelfs drie keer. "Ik ben hier een betere schaatser geworden, voorheen had ik op mentaal vlak veel problemen. Het lukte vaak niet om goed te presteren. Nu ik twee keer zo'n kamp gedaan heb, maak ik echte stappen."

Foto: Neeke Smit

De ijstraining is voorbij, mooie gelegenheid om bij te komen, uitfietsen en weer door. Op naar de atletenlounge van de schaatstempel. Krievane, zelf ooit olympisch shorttrackster, heeft nog een ademhalingsoefening in petto voor de groep. Ze hebben plaatsgenomen op de houten banken. “Sluit je ogen”, begint ze. Ze neemt de schaatsers mee in een denkbeeldige reis naar hun favoriete ijsbaan waar ze vogelvrij over het ijs bewegen en zo goed mogelijk schaatsen. 

De shorttrackers ondergaan het en reageren wisselend als de ogen weer geopend zijn. “Ik rook de geur van mijn ijsbaan”, zegt de ene. Een ander meent het ijs gevoeld te hebben, de derde persoon voelde helemaal niks: “Ik kon me niet verplaatsen in de situatie.” Zo haalt iedere sporter iets anders uit de sessies die naast de ijstrainingen op het programma staan. “Iedereen is vooral heel dankbaar dat ze aan dit kamp meedoen”, zegt Krievane. “Hier halen ze voordeel uit. Ze kunnen de tools uit dit kamp gebruiken om beter te presteren.” 

Alle aspecten die belangrijk zijn in topsport komen voorbij, legt Krievane uit: "Het stellen van doelen, routines voor wedstrijden, gemotiveerd blijven en energie vinden om door te gaan. Ze komen uit kleine shorttracknaties, dan is het soms lastig om een weg vooruit te zien én vol voor de sport te blijven gaan."

Linards onderschrijft dit: “Ik heb getraind in Polen, maar daar was geen plek meer. Ik heb bij vlagen heel slecht geschaatst, mentaal was ik niet sterk genoeg. Nu gaat het beter en durf ik weer uit te kijken naar competitie.” De manier waarop hij op de stoel ploft voor het gesprek verraadt dat het een vermoeiende week is geweest. “Ik ben zo ontzettend moe”, geeft hij met een glimlach toe. 

Foto: Neeke Smit

Krievane deed een studie op het gebied van mental coaching. Dat thema heeft de afgelopen jaren enorm aan belang gewonnen. “Vooral voor deze sporters is dat belangrijk”, zegt ze. “Iedereen is sterk en snel op schaatsen, maar je gedachten onder controle houden en alles in perspectief plaatsen is moeilijk. Zeker als je niet de middelen hebt die in toplanden beschikbaar zijn. Je moet veelzijdig zijn als coach, maar ook als sporter. Zodra je dat inzicht hebt, kun je ook vanuit uit een klein schaatsland heel ver komen.” 

Na een intensieve trainingsdag gaan de jonge schaatsers terug naar het hotel om te genieten van hun welverdiende rust. Maar daarmee is de dag nog niet voorbij. Na het diner schuift oud-bondscoach Jeroen Otter aan om te vertellen over de voorbereiding op races. Dat komt aankomend weekend direct van pas tijdens de World Cup in Leeuwarden. “Fysiek is het zwaar, maar het levert me heel veel op”, besluit Linards. Hij hoopt dit weekend een van de talenten te zijn die hoge ogen gooit in de Elfstedenhal. 

Foto: Neeke Smit