Het was de eerste keer in zijn lange carrière dat Ariëns een wedstrijd op de Jaap Edenbaan won. “Het is wel heel lekker om weer te winnen”, sprak hij na de huldiging. “Ik weet dat ik mijn kansen krijg, maar je weet ook dat je meer verliest dan dat je wint in je loopbaan.” Sowieso was zijn laatste zege op kunstijs al weer even terug. Twee jaar terug was hij in Heerenveen nog eens de snelste van een kopgroepje, voordat hij vorig jaar op de Weissensee de Alternatieve Elfstedentocht won.

Voor de routinier was de overwinning zeer welkom, nadat hij aan het begin van het seizoen worstelde met ziekte. “Ik ben het nog zeker niet verleerd”, lacht hij. “Dit is al erg lekker en het gaat telkens meer de goede kant op. Dat we deze pakken is een mooie opsteker voor de ploeg. We hebben er vandaag echt voor gereden en dan is deze trofee een mooie beloning. We kunnen met een goed gevoel naar Zweden.”

De Jaap Eden Trofee wordt intussen weer van hem teruggenomen wordt om het naamplaatje bij te werken voordat hij in huize Ariëns op de schouw een plekje krijgt. De tastbare herinnering moet dus nog even wachten, maar het gevoel bij de wedstrijd van zaterdag zal ongetwijfeld ook nog even beklijven. Het is namelijk geen sinecure om dit seizoen Harm Visser te verslaan. Op kunstijs is de klassementsleider van Jumbo-Visma dit seizoen haast niet te verslaan. Zijn presteren werd deze week beloond met een contractverlenging tot en met 2026. 

Foto: Neeke Smit

“Harm is dit jaar gewoon de gevaarlijkste man”, moest ook Ariëns toegeven. “We hebben deze wedstrijd dan ook hard gewerkt om Harm zoveel mogelijk met zijn neus in de wind te krijgen.” Dat lukte, aangezien de man in de oranje leiderstrui in de finale nog een gapend gat moest dichtrijden naar Ariëns, die met Chiel Smit op avontuur was gegaan.

“Nadat Harm er nog bij was gekomen en we met zeven man weg waren, dacht ik dat we niet meer teruggepakt zouden worden. Ik dacht ‘dit is het wel’, maar als je ook maar een beetje overeind komt gaat het snel en ben je zo terug in het peloton.” Dat gebeurde dan ook, waarna hij in zijn hoofd al bezig was met de sprintvoorbereiding voor Evert Hoolwerf. Toch zag de Reggeborgh-rijder nog een kans om weg te springen, dit keer met meer succes.

Ondanks zijn eerdere inspanning had Visser in de laatste ronde nog een flinke versnelling in de benen. “Ik voelde zeker dat Harm er nog aan kwam”, sprak Ariëns, die op dat moment zijn voorsprong steeds verder zag slinken. “Harm blijft Harm. Hij is ontzettend goed op het moment. Ik wist niet hoe ver hij zat, maar ik dacht wel ‘het zal me toch niet gebeuren dat hij in de laatste vijftig meter er voorbij komt rijden. In de bocht probeerde ik nog een keer aan te zetten en alles er nog eens uit te gooien. Roy (Boeve, red.) stond op het rechte stuk alleen maar te gebaren dat ik moest blijven gaan en ook Gary en Casper (Hekman en De Gier, red.) stonden al langs de kant te schreeuwen. Je voelt Harm steeds dichterbij komen en dan kun je alleen maar zo hard mogelijk naar de finish krabbelen. Dat het dan toch lukt, is heel lekker.”