Van 't Wout kon een plak vergeten toen hij tijdens de felle strijd in aanraking kwam met Stijn Desmet. Hij verloor zo een paar posities op het ijs en was meteen kansloos voor de medailles. De schade repareren was niet meer mogelijk in de resterende ronden, ook doordat hij gehandicapt aan het gevecht had moeten beginnen.

“Ik heb te veel pijn aan die enkel, en het is vandaag zo erg geworden dat ik het niet aandurf om nog te rijden. Inhaalacties bleken in de finale van de 1500 te risicovol, omdat ik m’n snelheid niet kon vasthouden. Zelfs niet met mijn normale schaatsschoen die ik toch maar weer probeerde in de eindstrijd. Qua schaatsen ging het beter, wat de pijn betreft: die was net zo erg als in de standaardschoen waarmee ik de voorbije dagen heb getraind en geracet. Het was steeds net alsof ik op een blauwe plek duwde. Wanneer je dat continu doet, ontstaat er een gevoel van pijn in de hele enkel. Het is beter te stoppen, en te herstellen om me te kunnen richten op het WK in Ahoy, in maart. Als ik me nu een week rustig houd, komt het goed”, vertelde Van ’t Wout, die zich al leek te hebben verzoend met zijn lot. “Van tevoren realiseerde ik me dat het moeilijk zou worden. De finale bereiken werd een doel. Dat is gelukt, al had ik al bij het opstappen op het ijs voor de laatste rit heel veel last.”