Gelukkig krijgen Tessa Snoek, Emma Engbers, Roos Markus en Brit Qualm de tijd om wat te laten zien. Vreugdenhil Dairy Foods, een belangrijke pion op het schaakbord van de internationale zuivelmarkt met de productie van melkpoeder als specialiteit, doet niet moeilijk. Het bedrijf uit Nijkerk neemt de plaats in van Mastermind/ Rekenservice en kondigt meteen aan dat in elk geval voor drie seizoenen te doen. Zo’n ruggensteuntje kan net helpen bij het slechten van de barrière waar veel sporters op botsen: die eerste zege.

Foto: Glenn Wassenbergh

Tessa Snoek, bijna 24, is een ervaringsdeskundige. Ze heeft onmiddellijk een race paraat waarin ze de overwinning rook: de Alternatieve Elfstedentocht van 2020. “Reden we in de kopgroep van vijf. Ja, Emma ook, al was dat toen geen ploeggenote van me. Zij schaatste voor Mastermind, ik zat bij Nedflex. Volgens mij verwachtten we allebei dat die vlucht nooit zou standhouden. Deed-ie dus wel. We bleven voorop met ons vijven. Tja, toen moesten we plotseling sprinten om de winst. Dat was een heel mooie kans…” Ze zegt het goed, een mooie kans. Daar bleef het bij. Verkwanseld. Laura van Ramshorst zegevierde, Engbers eindigde als tweede en Snoek finishte als nummer vier.

“Afgelopen seizoen streden we ook geregeld mee om de podiumplaatsen”, haalt ze de prestaties van Engbers, Markus en zichzelf aan. “Het is helaas nog niet onze kant op gevallen. Dat is een kwestie van tijd. Denk ik. Hóóp ik.” Snoek kan altijd even navragen bij haar vriend hoe het moet. Harm Visser heeft dit jaar de smaak te pakken gekregen als afmaker van Jumbo-Visma, met vier dagprijzen en de eindzege in het algemeen klassement van de Marathon Cup.

Emma Engbers wordt in september 33, maar rost nog net zo makkelijk de ijsbanen af als dertien jaar geleden. Met zo’n staat van dienst vermoed je automatisch dat deze routinier op z’n minst een keer ergens heeft toegeslagen. Ook zij gaat graag even terug naar die 29e januari van drie jaar geleden, op de voor schaatsers beroemde Weissensee. “Ik hoopte die dag te winnen, al wist ik onderweg dat het moeilijk zou zijn te winnen van Laura. Tweehonderd kilometer is lastig hoor. Ik was hartstikke moe aan het eind. Dat moet de reden zijn geweest, want ik deed volgens mij alles naar behoren. Achteraf vroeg ik mezelf af of ik me niet meer had moeten sparen. Dat denkend zeg ik ook: waarschijnlijk zou ik dan niet eens in de kopgroep hebben gereden”, merkt Engbers op.

Foto: Glenn Wassenbergh

Rond 2015, toen er een handjevol ereplaatsen binnendruppelde, heeft ze gedacht dat de primeur niet lang meer op zich zou laten wachten. Dat gebeurde toch. “De seizoenen erna begon ik naar dat moment toe te leven. Het lukte echter niet en op een gegeven moment ging me het een beetje belemmeren. Ik heb er met een mental coach over gepraat. Het gevolg was dat ik wat vrijer kon schaatsen, zo het plezier hervond en ben doorgegaan, terwijl ik op punten van stoppen stond.”

Plezier. Dat woord zou ze met hoofdletters schrijven als ze zou moeten aangeven wat haar in het vrouwenpeloton houdt. “Ik wil nog steeds die eerste wedstrijd op mijn naam schrijven, maar het is geen drempel voor me. Ze diept nog een pijnlijke ontknoping op uit haar geheugen: de finale van de Trachitol Trophy in 2019, op de baan van Groningen. “Het was een duel tussen Pien Keulstra en mij. Ik moest haar kunnen hebben in de sprint. Het uitgangspunt in mijn hoofd was al goed hè, haha! Ik zat prima in de wedstrijd, was gefocust en had een plan. Van Pien, afkomstig van de langebaan, wist ik dat ze verschrikkelijk snelle 1500 meters kon schaatsen, oftewel een paar heel harde slotronden. Zij trok ’m heel vroeg aan. Ik deed wat ik kon, maar kwam er niet meer overheen. Over die uitslag heb ik nog veel gesprekken gevoerd met mijn ploegleiders.”

Streep eronder, we bevinden ons in 2023. Nieuwe ronde, volop kansen. En…gedeelde smart, omdat er nog niemand van het kwartet met de armen omhoog onder de finishboog door is gegleden. Zelfverzekerd: “We kunnen alle vier podium rijden, dus ook winnen.”