Voor de vernieuwde entree van Sportpark Glanerbrook komt straks het hele jaar door een berg (schaaf)ijs te liggen. De zamboni’s kieperen daar dan hun schaafsel neer, de jeugd kan er lekker mee spelen en meteen wordt duidelijk: hier kun je 365 dagen ijssport beleven. Dat is overigens slechts een deel van het ruime aanbod. “Er staat hier straks een parel van een sport- en recreatievoorziening, waar we als inwoners van Sittard-Geleen trots op mogen zijn”, zegt wethouder Leon Geilen. Manager Ralph Verbael: “Het wordt prachtig. Vind nog maar eens zo’n complex in Nederland…”

Limburg is voor de schaatssport een beetje onbekend – en daardoor ook onbemind – terrein. Welke schaatstoppers komen eigenlijk uit het zuiden van Limburg? Precies! Maar daar komt verandering in. De 400-meterbaan is gered voor de toekomst. Er komt een overkapping en het mooie is: dat dak leggen ze weer vol met zonnepanelen, wat de laatste bouwsteen was om het hele sportcomplex energieneutraal te maken. Dankzij verduurzaming gloort nu een nieuwe toekomst voor de ijsbaan en dus ook de schaatssport in Limburg.

“Zo’n investering van ruim 70 miljoen is uniek voor ons. Dat doe je niet voor een paar jaar, maar voor de lange termijn”, zegt wethouder Geilen. “Onze gemeente is 22 jaar oud en dit is de grootste investering in ons bestaan. Dat doen we omdat we veel belang hechten aan sport en daar hoort schaatsen absoluut bij. In coronatijd was de buitenschaatsbaan de enige sportvoorziening in Limburg die open mocht. Daar hebben heel veel mensen gebruik van gemaakt, ook uit België en Duitsland. Schaatsen is een sport die je ook hier populair kunt maken als je hem goed in de markt zet.”

Het gemeentebestuur van Sittard-Geleen, dat 92.000 inwoners telt, vindt sport belangrijk om de gezondheid van zijn bevolking te bevorderen. Da’s nodig, want op gezondheidskaartjes kleurt Zuid-Limburg stevig rood. Bewegen is gezond, en dus zetten de lokale en regionale bestuurders daar zwaar op in. Nu is Sportpark Glanerbrook, gelegen in het Burgemeester Damenpark waar ooit Pinkpop begon, al zo’n veertig jaar een hotspot voor diverse sporten. “Maar het complex zat wel aan het eind van zijn levenscyclus. Datzelfde gold voor nog twee zwembaden in onze gemeente. Er moest wat gebeuren”, zegt Geilen.

Planvorming voor zo’n omvangrijke operatie duurt jaren, waarin de geschatte kosten doorgaans alleen maar stijgen. Dat was ook in Geleen het geval, waar het benodigde budget dit jaar uitkwam op ruim 70 miljoen euro. Voor dat geld hebben ze straks een multifunctioneel sportcomplex waar breedte- en topsport hand in hand gaan, met reeds 42 verenigingen als vaste gebruikers. Binnen krijgen ze onder meer een nieuwe ijshal, waar ijshockey floreert, met Snackpoint Eaters, dat uitkomt in de BeNeLeague. Handbal heeft de overhand in de twee sporthallen, met één echte wedstrijdarena, waarin topclubs als Kembit-Lions, Watersley en V&L hun kunsten vertonen. Het recreatiezwembad krijgt een enorme opfrisbeurt en daarnaast komt een nieuw vijftigmeterbad, wat welkom is voor zwemclub Hellas Glana (ook eredivisie). Het buitenzwembad blijft bestaan en krijgt een opknapbeurt, evenals de asfalt-wielerbaan, die om de ijsbaan heen ligt. En dan heb je nog het park, dat straks ook wordt heringericht, zodat het uitnodigt tot hardlopen en allerlei urban sports, waaronder ze ook inlineskaten verstaan. Op artist impressions van Architectenbureau NOAHH is te zien dat hier een waar sport- en recreatieparadijs ontstaat.

Hoe zit het met de verduurzaming in Sportpark Glanerbrook? Daarover is wethouder Geilen heel duidelijk. “We willen naar een complex dat energieneutraal is. Dat betekent niet alleen nul-op-de-meter, maar ook nul-in-euro’s.”
Belangrijk element in dit verhaal is de koppeling tussen ijsbaan/hal en zwembad, die hier al sinds 1988 bestaat. “Ze waren hun tijd toen al ver vooruit”, zegt Verbael, sinds 2008 de vestigingsmanager namens exploitant Laco. In 2014 werden de installaties gemoderniseerd en sinds dat jaar maken ze in Geleen 365 dagen per jaar ijs. Met de restwarmte die daarbij vrijkomt brengen ze het zwemwater op de gewenste temperatuur. Bij de vernieuwbouw krijgen de koelinstallaties een nieuwe upgrade, wat het proces nog een stukje efficiënter maakt. Voor het laten draaien van de koelinstallatie is geen gas meer nodig, dat gebeurt volledig elektrisch.

Dat brengt ons bij de stroom, die ze in Geleen grotendeels zelf zullen opwekken. Haast elke vierkante meter dak van het complex, inclusief dus de overkapping van de ijsbaan, komt vol te liggen met zonnepanelen. “We hebben straks 6000 panelen in gebruik, waarmee we 3 megaWatt vermogen kunnen opwekken”, zegt Verbael.

Foto: Carl Mureau

Geilen: “Hoe we de energie straks optimaal zullen gebruiken en hergebruiken, ligt nog niet vast.” Tijdelijke opslag in een grote batterij is een van de opties. Hij is blij met de suggestie om een kijkje te nemen bij De Meent in Alkmaar of in Leiden, waar ijsbaan/zwembad De Vliet binnenkort zijn deuren opent. Geilen: “We bestuderen diverse scenario’s, waarbij we ook kijken naar kennis die elders is opgedaan. Het uitgangspunt is dat we straks per saldo jaarlijks niet meer energie gebruiken dan we zelf opwekken, en dat het ons geen euro kost.”

Nog een aardig duurzaam element uit de plannen: al het ‘proceswater’ dat Sportpark Glanerbrook gebruikt, halen ze zelf op uit de grond. Met dat Limburgse bronwater vullen ze niet alleen de zwembaden, maar maken ze ook het ijs voor ijshockeyhal en schaatsbaan. Na gebruik pompen ze het water naar een wadi in het omliggende park, een soort vijver, waar het via een soort rietveld op natuurlijke wijze gefilterd wordt en terug de bodem in zakt. Verbael: “We pompen het water op, gebruiken het en geven het schoon terug aan de natuur.”

Wat betekent de hele vernieuwbouw-operatie precies voor de langebaanschaatsers in Limburg? Buiten blijft de 400-meterbaan liggen waar hij ligt. Binnen komt een heel blok nieuwe kleedkamers en van daaruit kun je straks via een tunnel bij het ijs komen. “Nu moet je eerst nog over de wielerbaan, wat betekent dat we klaarovers moeten inzetten als er gefietst wordt”, vertelt Verbael tijdens een rondleiding. Er verandert nog meer. De oude tribune wordt gesloopt. “Die werd maar één keer per jaar gebruikt: voor het vuurwerk met Koningsdag.” En door de koelleidingen onder het ijs stroomt straks geen ammoniak meer, maar milieuvriendelijker CO2.

De belangrijkste verandering is natuurlijk de overkapping, die schaatsers straks beschermt tegen de regen. Aanvankelijk was het de bedoeling dat het dak ook de omringende wielerbaan zou coveren, maar dat is in het laatste stadium geschrapt om kosten te drukken. Zo krijgt de ijsbaan ook geen omringende wand, die schaatsers tegen wind zou kunnen beschermen. Ietwat oneerbiedig zou je het dak straks een immense carport kunnen noemen, waardoor schaatsers gevoelsmatig toch nog buiten rijden. “Maar met de kombochten van de wielerbaan, die vier meter hoog zijn, heb je ook beschutting”, zegt Verbael.

“Schaatsen is een weersafhankelijke sport, die wij zo weersónafhankelijk proberen te maken. Met deze overkapping kunnen wij straks beter ijs maken, waarbij we minder afhankelijk zijn van het weer. Als het stormt en regent, blijft het een uitdaging, en wanneer het buiten twintig graden is ook. Elke ijsbaan heeft zijn specifieke zaken, en die houden wij ook. Maar we proberen zo veel mogelijk weerselementen te elimineren. De kwaliteit van het ijs gaat erop vooruit, daar ben ik zeker van.”