Hoewel Huizinga nog weinig ervaring heeft op het internationale toneel, legde hij de lat voorafgaande aan het NK hoog. “Roest verslaan zou heel moeilijk worden, maar mijn doel was die tweede plaats en de daarbij horende plek op het WK Afstanden. Ik wist dat mijn vorm goed was. Alleen rijd je ook tegen andere jongens. Hoe goed zijn die? Hebben zij wat extra’s vandaag?”, vroeg Huizinga zichzelf af in de uren op de hotelkamer, wachtend op de vijf kilometer die pas in de avond verreden werd.
Zijn race was niet geheel vlekkeloos. Hij begon te vroeg met versnellen, klonk de analyse achteraf. “De laatste drie rondes zakte ik in en verloor te veel tijd. Ik kwam mezelf tegen, dat is zonde. Maar het is een titel- en een plaatsingstoernooi. Uiteindelijk heb ik alles gehaald wat ik wilde en rijd ik een persoonlijk record. Er zit veel meer ruimte in, maar ik heb nog even tot aan het WK. Ik ben zo blij dat het de goede kant opvalt.”
Het gebrek aan ervaring was de reden van zijn gretigheid. “Ik rijd op het hoogste niveau tegen onder meer de wereldkampioen. De komende jaren wil ik beter leren afbouwen. In voorgaande wedstrijden ging ik er harder in dan vandaag, daar zit al vooruitgang in. Nu moet ik alleen mijn lichaam beter leren kennen, zodat ik weet waar ik die aanval het best kan inzetten.”
De meervoudig wereldkampioen bij de junioren was een grote belofte, maar had moeite om die status waar te maken. Vorig seizoen veranderde hij van koers en omarmde hij de 1500 meter om de stap naar de top te maken, de afstand waarop hij in 2022 brons won op het NK. “Jac en ik dachten dat daar kansen lagen. We hebben meer getraind op kracht en sprinten. Dit seizoen hebben we het helemaal weggehaald, want het werkte niet.”
De koerswijziging loonde, met zijn typerende armen op de rug in de bochten snelde hij naar 6.14,80. “Ik zou bijna zeggen dat het weekend al geslaagd is, maar we moeten nog twee dagen.”
Alle uitslagen even teruglezen? Klik dan hier.