De eerste olympische kampioene van Oekraïne, Oksana Baiul-Farina, is het niet eens met de aanbevelingen van Thomas Bach, de voorzitter van het IOC. In een video op Twitter laat de voormalig kunstschaatsster stellig weten: "Als ik Thomas Bach was, zou ik Russen niet toestaan om deel te nemen zolang de oorlog duurt.”

In haar blauw-gele trainingspak van de Olympische Spelen van 1994 toont Baiul-Farina de gouden medaille die ze op die Spelen als 16-jarige voor Oekraïne won. In 1991 werd haar geboorteland onafhankelijk van de Sovjet-Unie. Het geeft haar medaille nog meer betekenis. Vooral met het vooruitzicht om atleten uit Rusland en Belarus te zien strijden op de Olympische Spelen, terwijl haar land in oorlog is. "Dit eremetaal weegt veel zwaarder dan ooit tevoren. Het is zo pijnlijk”, aldus de Oekraïense met tranen in haar ogen.

Baiul-Farina, die tegenwoordig in de Verenigde Staten woont, bood Oekraïense kunstschaatsers aan om bij Amerikaanse schaatsclubs te trainen. Ondanks de moeilijke omstandigheden, waaronder het loeien van luchtalarmsirenes tijdens trainingssessies, wilden de schaatsers hun vaderland niet verlaten.

Oekraïne zelf heeft zijn nationale teams uitgesloten van deelname aan internationale wedstrijden waar Russen en Belarussen aan meedoen. Baiul-Farina vindt dat Oekraïense atleten en sportfederaties zelf moeten kunnen beslissen of ze meedoen. "Ze verdienen geld door wedstrijden te rijden. Als er financieel niets binnenkomt, gaat er een streep door de Oekraïense sport."